Kenmerken
| Plantensoort: | Vaste plant |
| Gebruik: | Bodembedekking, Groep, Grote groep, Kleine groep, Middelgrote groep |
| Habitat: |
stenige plek, open plaats of bosrand met frisse bodem
|
| Min. hoogte: | 10 cm |
| Max. hoogte: | 40 cm |
Bijzondere kenmerken
| Bloeiperiode: | Mei - September |
| Bloemkleur: | Geelgroen |
| Bloemen: |
trosvormige bloemschermen
|
| Herfstverkleuring: | Lichtgroen |
| Bladeren: |
viltig blad met gegolfde randen waarop de dauw en regendruppels als pareltjes blijven liggen.
|
| Wintergroen: | Bladverliezend |
Standplaats en vereisten
| Lichtregime: | Halfvolle zon, Zon |
| Grond-vochtigheid: | Droog, Normaal |
| Grond-zuurtegraad: | Neutraal |
| Winterhard: | Ja |
| Plantdichtheid: |
9-12 per vierkante meter
|
| Onderhoud: |
na de bloei snoeien voor een tweede bloei
|
| Bijzonderheden: |
sterke plant die makkelijk combineerbaar is door het aantrekkelijk blad en de vrij neutrale bloemkleur. Wordt even breed als hoog.
|
| Cultivars: |
A. mollis is een uitstekende tuinplant, met decoratieve bloempjes en bladeren. Ze wordt snel een stevige pol en vraagt slechts 5 tot 7 planten per m².
A. alpina houdt van stenige bodem. Dit alpenplantje met grijsgroen blad wordt niet hoger dan 15 cm hoog en is een goede bodembedekker.
A. erythropoda wordt iets hoger en het blauwig groene blad is rond en scherp getand.
|