Kenmerken
| Plantensoort: | Boom |
| Gebruik: | Groep, Grote groep, Kleine groep, Middelgrote groep, Oeverbeplanting, Parkbeplanting, Solitair, Windbreker |
| Habitat: |
straatbeplanting, parkbeplanting, landelijk gebied, stadsrand. Verdraagt geen verharding. |
| Min. hoogte: | 1000 cm |
| Max. hoogte: | 2000 cm |
Bijzondere kenmerken
| Bloemkleur: | Groen naar geelbruin verkleurend |
| Bloemen: |
mannelijke katjes van 2 tot 4 cm lang |
| Vruchten: |
klein dubbelgevleugeld nootje |
| Herfstverkleuring: | Donkergroen |
| Bladeren: |
3 tot 7 cm lang, driehoekig en licht gekarteld, aan dunne, hangende twijgjes (vanwaar de soortnaam 'pendula'). De herfstkleur is oranjegeel. |
| Wintergroen: | Bladverliezend |
Standplaats en vereisten
| Lichtregime: | Zon, Halfvolle zon |
| Grond-vochtigheid: | Droog, Normaal, Nat |
| Grond-zuurtegraad: | Neutraal |
| Winterhard: | Ja |
| Zouttolerant: | Matig |
| Onderhoud: |
berken hebben rond het uitkomen van het blad een zeer sterke sapstroming en worden daarom alleen in de herfst en winter gesnoeid |
| Bijzonderheden: |
bijzonder elegante boom met sierlijke afhangende takken en een opvallende gladde, grijswitte schors. Bij oude exemplaren barst de schors onderaan open en vertoont hij afwisselend donkere en lichte plekken. De kroon laat veel licht door en wordt niet breder dan 6 m. Berk overleeft zelfs op moerassige gronden en is heel goed bestand tegen (zee)wind. Excellente boom die bekroond werd met een Award of Garden Merit (RHS). |
| Cultivars: |
Laciniata' heeft een witte bast en diep ingesneden blad dat in de herfst mooi geel verkleurt, aan neerhangende takken. De treurberk 'Tristis' herken je aan z'n smalle kroon en doorhangende takken. |