Kenmerken
Plantensoort: | Gras |
Gebruik: | Groep, Grote groep, Middelgrote groep, Onderbeplanting |
Habitat: |
bos of bosrand, koel en vochtig
|
Min. hoogte: | 20 cm |
Max. hoogte: | 50 cm |
Bijzondere kenmerken
Bloeiperiode: | Maart - Mei |
Bloemkleur: | Groen |
Bloemen: |
kleine onopvallende bloempjes in katjesachtige aren
|
Herfstverkleuring: | Donkergroen |
Bladeren: |
glanzende, scherpgerande, grasachtige bladeren met omgebogen toppen. Decoratief.
|
Wintergroen: | Bladhoudend |
Standplaats en vereisten
Lichtregime: | Halfvolle zon, Zon |
Grond-vochtigheid: | Droog, Nat, Normaal |
Grond-zuurtegraad: | Kalkrijk, Neutraal, Zuur |
Winterhard: | Ja |
Plantdichtheid: |
4-7 per vierkante meter
|
Onderhoud: |
geen onderhoud nodig
|
Bijzonderheden: |
goede wintergroene bodembedekker met aantrekkelijk donkergroen glanzend blad. Vooral de bonte cultivars worden aangeplant.
|
Cultivars: |
C. morrowii 'Variegata' blijft laag (tot 40 cm) met geelwit gestreept loof.
C. sylvatica heeft zeer fijne bladeren.
De oorspronkelijk inheemse C. panicea (blauwe zegge) blijft eveneens laag, en doet het uitstekend in oeverbeplanting.
C. flacca 'Buis' of zeegroene zegge is ideaal voor een vochtige, voedselarme bodem.
De bruinachtige C. comans bronze is wintergroen; ideaal voor een goed gedraineerde, zeer zonnige plek.
|