Synoniem voor × Cuprocyparis leylandii. Wintergroene zuilvormige conifeer die in zijn natuurlijke vorm tot 30 meter hoog kan groeien. Wordt in onze tuinen en parken vooral als snelgroeiende, groenblijvende haag en windscherm geplant. Laat zich uitstekend snoeien.
Kenmerken
Plantensoort: | Conifeer |
Gebruik: | Haag, Parkbeplanting, Solitair, Windbreker |
Habitat: |
Doet het op elke plek goed, ook op droge grond.
|
Min. hoogte: | 200 cm |
Max. hoogte: | 1500 cm |
Bijzondere kenmerken
Bloeiperiode: | April - Mei |
Bloemkleur: | Groen |
Bloemen: |
De mannelijke kegels zijn bruin en knotsvormig, de vrouwelijke groenig en rond.
|
Vruchten: |
Grijs tot donkerbuin, 1 tot 5 cm groot.
|
Herfstverkleuring: | Lichtgroen |
Bladeren: |
Schubachtig, aan flink vertakte, gespreide takken.
|
Wintergroen: | Bladhoudend |
Standplaats en vereisten
Lichtregime: | Halfschaduw, Halfvolle zon, Zon |
Grond-vochtigheid: | Normaal |
Grond-zuurtegraad: | Neutraal, Zuur |
Winterhard: | Ja |
Zouttolerant: | Matig |
Plantdichtheid: |
1 per vierkante meter
|
Onderhoud: |
Snoei bij voorkeur 2 keer per jaar, om de haag in vorm te houden en de groei te temperen. Opgelet voor takluis en de Phytophthora-schimmel.
|
Bijzonderheden: |
Mooie donkerbruine tot -rode schors, met groeven die dieper worden naarmate de boom ouder wordt.
|
Cultivars: |
Opvallende geelbladige soorten zijn Gold Rider en Robinson's Gold.
|