Kenmerken
| Plantensoort: | Heester |
| Gebruik: | Bermbeplanting, Groep, Grote groep, Kleine groep, Middelgrote groep, Vakbeplanting |
| Habitat: |
voedselrijke, vochthoudende bodem.
|
| Min. hoogte: | 100 cm |
| Max. hoogte: | 150 cm |
Bijzondere kenmerken
| Bloeiperiode: | Mei - Juli |
| Bloemkleur: | Roomwit |
| Bloemen: |
halfopgerichte pluimen, geurend, tot 10 cm lang
|
| Herfstverkleuring: | Frisgroen |
| Bladeren: |
smal, elliptisch, fijngetand aan licht overhangende takken. Kleurt in de herfst geel, rood en paars. Valt pas aan het begin van de winter af.
|
| Wintergroen: | Semi bladhoudend |
Standplaats en vereisten
| Lichtregime: | Halfvolle zon, Zon |
| Grond-vochtigheid: | Nat, Normaal |
| Grond-zuurtegraad: | Neutraal, Zuur |
| Winterhard: | Ja |
| Plantdichtheid: |
1 per vierkante meter
|
| Onderhoud: |
verjongingssnoei door elk jaar een kwart van de takken tot aan de basis terug te knippen
|
| Bijzonderheden: |
kleine heester met opgaande, slanke groeiwijze, decoratieve bloeiwijze en mooie herfstverkleuring
|
| Cultivars: |
Itea ilicifolia is groenblijvend, met glanzend ovaal hulstachtig blad tot 10 cm lang. In de nazomer en herfst vormgen zich 30cm lange trossen met kleine groenwitte bloemen die naar honing ruiken. Deze soort is niet helemaal winterhard.
|