Kenmerken
| Plantensoort: | Boom |
| Gebruik: | Solitair |
| Habitat: |
straatbeplanting, parkbeplanting. Geschikt voor smalle straten. Verdraagt verharding. Gevoelig voor wind. |
| Min. hoogte: | 300 cm |
| Max. hoogte: | 400 cm |
Bijzondere kenmerken
| Bloeiperiode: | Mei - Juni |
| Bloemkleur: | Onopvallend |
| Bloemen: |
onopvallende, bolvormige groepen bloemen |
| Vruchten: |
stekelige doosvruchten |
| Herfstverkleuring: | Donkergroen |
| Bladeren: |
vijf- tot zevenlobbig, glanzend, met vroeg in de herfst gele tot rode verkleuring. Het blad verschilt van dat van de soort. |
| Wintergroen: | Bladverliezend |
Standplaats en vereisten
| Lichtregime: | Zon, Halfvolle zon |
| Grond-vochtigheid: | Droog, Normaal, Nat |
| Grond-zuurtegraad: | Neutraal, Zuur |
| Winterhard: | Ja |
| Zouttolerant: | Neen |
| Onderhoud: |
vereist nauwelijks snoei |
| Bijzonderheden: |
een langzaam groeiende vorm met een enigszins afgeplatte, zeer dichte, bolvormige kroon die tot 2,5 m breed wordt. De meest voorkomende vorm is op hoge onderstam. Op lage onderstam vormt de boom een groene kogel. Sierlijke kurkdragende takken en stam. |
| Cultivars: |
Ook beschikbaar als bolvorm op stam |