Kenmerken
| Plantensoort: | Vaste plant |
| Gebruik: | Bodembedekking, Groep, Grote groep, Kleine groep, Middelgrote groep, Vakbeplanting |
| Habitat: |
open plaats, droge bodem al dan niet met grind, of niet-voedzame zandgrond.
|
| Min. hoogte: | 30 cm |
| Max. hoogte: | 45 cm |
Bijzondere kenmerken
| Bloeiperiode: | Juni - September |
| Bloemkleur: | Blauw |
| Bloemen: |
kransen bloemen aan rechtopstaande stengels
|
| Herfstverkleuring: | Zilvergrijs |
| Bladeren: |
ovaal gepunt tot langwerpig, licht gekarteld. Sterk aromatisch.
|
| Wintergroen: | Bladverliezend |
Standplaats en vereisten
| Lichtregime: | Zon |
| Grond-vochtigheid: | Droog, Normaal |
| Grond-zuurtegraad: | Kalkrijk |
| Winterhard: | Ja |
| Plantdichtheid: |
6-9 per vierkante meter
|
| Onderhoud: |
afknippen na de bloei bevordert een tweede bloei en houdt de plant in toom
|
| Bijzonderheden: |
één van de meest groeikrachtige en effectvolle vaste planten. Langbloeiend, geurend én een bijen- en vlinderplant.
|
| Cultivars: |
N. mussinii (syn. N. racemosa) is erg decoratief, met dichtbehaarde lavandelblauwe bloemen die in lange schijnkransen staan (30 cm).
N. faassenii wordt hoger en erg breed, met honderden kleine violetblauwe bloemen in de zomer. 'Six Hills Giant' is een grotere cultivar, tot 45 cm hoog en breed.
|