Kenmerken
| Plantensoort: | Boom |
| Gebruik: | Parkbeplanting, Solitair |
| Habitat: |
brede lanen, parken, stadsrand. Verdraagt redelijk goed luchtvervuiling, maar geen zeewind.
|
| Min. hoogte: | 1500 cm |
| Max. hoogte: | 2500 cm |
Bijzondere kenmerken
| Bloeiperiode: | April - Mei |
| Bloemkleur: | Citroengeel |
| Bloemen: |
hangende katjes, tot 15 cm lang
|
| Vruchten: |
noten in het najaar, aan lange katjes tot 45 cm lang, tussen vleugeltjes, vanwaar de naam 'vleugelnoot'
|
| Herfstverkleuring: | Fris groen |
| Bladeren: |
lange stelen (25 - 40 cm) met fijn gezaagd samengesteld blad dat in de zomer donker olijfgroen kleurt, en in de herfst goudgeel. Twijgen groenbruin.
|
| Wintergroen: | Bladverliezend |
Standplaats en vereisten
| Lichtregime: | Halfvolle zon, Zon |
| Grond-vochtigheid: | Nat, Normaal |
| Grond-zuurtegraad: | Neutraal |
| Winterhard: | Ja |
| Onderhoud: |
eventueel laag hangende takken kunnen gesnoeid worden, maar uitsluitend aan het einde van de winter.
|
| Bijzonderheden: |
imposante, krachtige boom met brede kruin met enigszins neerhangende takken en dicht bladerdek, waaronder weinig groeit. Naarmate de boom ouder wordt, vormt hij meer kurklijsten op z'n stam en takken. In de herfst en de winter heeft de boom opvallende knoppen, waar de nog onontwikkelde bladeren en bloemen door zichtbaar zijn. Jonge planten zijn gevoelig voor nachtvorst.
|
| Cultivars: |
Lapona'
|