Kenmerken
| Plantensoort: | Roos |
| Gebruik: | Bodembedekking, Groep, Grote groep, Kleine groep, Middelgrote groep, Vakbeplanting |
| Habitat: |
in perken en vakken
|
| Min. hoogte: | 60 cm |
| Max. hoogte: | 80 cm |
Bijzondere kenmerken
| Bloeiperiode: | Juni - Oktober |
| Bloemkleur: | Rozerood, Zachtroze |
| Bloemen: |
gevuld, zo'n 6,5cm doorsnee, in grote trossen bijeen, tot wel 80 bloemen per tros. Ze houden ook goed bij vochtig weer en verkleuren niet. Licht geurend.
|
| Vruchten: |
geen bottels
|
| Herfstverkleuring: | Donkergroen |
| Bladeren: |
glanzend
|
| Wintergroen: | Bladverliezend |
Standplaats en vereisten
| Lichtregime: | Halfvolle zon, Zon |
| Grond-vochtigheid: | Normaal |
| Grond-zuurtegraad: | Kalkrijk, Neutraal |
| Winterhard: | Ja |
| Onderhoud: |
in het voorjaar tot één derde terugsnoeien
|
| Bijzonderheden: |
Heel bloeirijke trosroos die lang en onafgebroken bloeit. Mooi vertakte struik met lange sierlijke twijgen, die de bodem bedekken. Resistent tegen sterroetdauw en meeldauw.
|