Kenmerken
| Plantensoort: | Boom |
| Gebruik: | Parkbeplanting, Solitair |
| Habitat: |
landelijk gebied, parkbeplanting. Goed windbestendig.
|
| Min. hoogte: | 1200 cm |
| Max. hoogte: | 1500 cm |
Bijzondere kenmerken
| Bloeiperiode: | Maart - Maart |
| Bloemkleur: | Purperrood |
| Bloemen: |
dichte bundels die verschijnen voor de bladeren. Zijn aan de uiteinden met elkaar vergroeid. De meeldraden zijn opvallend donkerpaars.
|
| Vruchten: |
klein, plat, gevleugeld nootje van 1.5 tot 2 cm
|
| Herfstverkleuring: | Heldergroen |
| Bladeren: |
ovaal, 3 - 5 cm, met gezaagde rand en ongelijke bladvoet. Lopen vrij laat uit. Gele herfstkleur. Jong blad heeft iets roodachtig.
|
| Wintergroen: | Bladverliezend |
Standplaats en vereisten
| Lichtregime: | Halfvolle zon, Zon |
| Grond-vochtigheid: | Nat, Normaal |
| Grond-zuurtegraad: | Kalkrijk, Neutraal |
| Winterhard: | Ja |
| Zouttolerant: | Matig |
| Onderhoud: |
mag gesnoeid worden om in toom te houden
|
| Bijzonderheden: |
krachtige groeier met brede tot vaasvormige kroon die, zoals de naam het zelf zegt, geel verkleurt in de herfst. Bestand tegen de iepenziekte. Mooie landschapsboom.
|