De oeverzwaluw is de kleinste zwaluwensoort in onze contreien en is een beschermde vogelsoort. Omdat er weinig natuurlijke nestgelegenheid in rivieroevers overblijft, werd langs het Albertkanaal in Grobbendonk een kunstmatige nestwand aangelegd met 1650 broedgaten. De eerste oeverzwaluwen zijn er intussen gesignaleerd.
Oeverzwaluwenbroeden van nature in steile, zandige oeverwanden, waarin ze tunnels uitgraven. Omdat er in Vlaanderen niet veel natuurlijke oeverwanden meer te vinden zijn, wordt nestgelegenheid voor de soort erg schaars. Het aantal oeverzwaluwen in Vlaanderen is de afgelopen decennia flink afgenomen.
Oeverzwaluwen overwinteren in Afrika en komen vanaf april terug naar West-Europa. Om de oeverzwaluw opnieuw kansen te geven en het voortbestaan van de soort in Vlaanderen te verzekeren, gingen Natuurpunt, de gemeente Grobbendonk, het Agentschap Natuur en Bos en De Vlaamse Waterweg een samenwerking aan. In 2020 werd gestart met de bouw van een kunstmatige wand aan de rechteroever van het Albertkanaal in Grobbendonk-Bouwel. Daarin zitten 1.650 broedgaten.
Oeverzwaluwen zijn honkvast en keren vaak elk jaar terug naar dezelfde broedplaats. Vorig jaar, toen de wand nog volop in aanbouw was, had een kolonie van zo'n 30 broedparen zich al genesteld in de wand. De eerste jongen vlogen in juni uit. De kans dat de wand in de toekomst effectief benut zal worden, is dus groot.
"Het is geweldig om die vogels te zien vliegen. Het zijn acrobaten in de lucht", zegt Werner Pottier van Natuurpunt aan VRTNWS. "Maar wat vooral interessant is, is dat ze gigantisch veel insecten eten. Ze verzamelen tussen de 7.000 en 9.000 insecten per dag om hun jongen te voeden. Dat zijn allemaal insecten die de rust in je slaapkamer niet kunnen verstoren."
Bron foto: Oeverzwaluw © Aiwok / Wikimedia Commons
