arrowhead-leftarrow-ios-forwardarrow-forwardcalendarbookmarkpricetagsclockcloseFacebook-colorpersonFacebook-colorprintergridhomeinfoFacebook-colormenulockemailsmartphonephonephonepinpinflip-2searchflip-2Facebook-colorcloud-uploadpersonpersonFacebook-colorglobe-2
Overslaan en naar de inhoud gaan

Bouwmeester Rapport 2016–2019 / Pleidooi voor een landschapsecologische aanpak

10 min. leestijd
Bouwmeester Rapport 2016–2019 / Pleidooi voor een landschapsecologische aanpak

De derde editie van het Bouwmeester Rapport blikt terug op de werking van het bouwmeesterschap tijdens vier bewogen jaren. Opnieuw biedt het boek een inkijk in het groot aantal instrumenten van het Team Vlaams Bouwmeester om de architectuurkwaliteit van de gebouwde omgeving te bevorderen, gaande van de volledig ingeburgerde Open Oproep-procedure, tot de minder bekende Meesterproeven en Bouwmeester Scans. Het boek bevat ook een essay ‘Elk project is een openruimteproject. Pleidooi voor een landschapsecologische aanpak’ waarin een nieuw instrument Landpact wordt gelanceerd.

In tijden waarin het planetaire ecosysteem danig aan het wankelen ging, focuste Van Broeck op het belang van de niet-gebouwde omgeving. Op open ruimte, publieke ruimte, natuur en ecologie, op het aan banden leggen van ruimteconsumptie, op de krimp van ons ruimtelijke voetafdruk. In een openhartig interview met Joeri De Bruyn, getiteld ‘Het misverstand van de eeuw’, legt Van Broeck uit dat hij daarmee niet buiten zijn kerntaken trad. “Al onze ruimte is artificieel, ze is een mensenruimte. De natuur sterft aan ijltempo. Dat is geen gevolg van de opwarming van de aarde, maar van plaatsgebrek.

Corona-crisis

“De corona-crisis relativeert het belang van architectuurkwaliteit, goede stedenbouw en ruimtelijke ordening niet, maar maakt het net pijnlijk duidelijk,” schrijft van Broeck in de inleiding. Enerzijds zijn er meer dan waarschijnlijk causale verbanden aan te wijzen tussen de huidige pandemie en het rücksichtslose verstoren van bepaalde ecosystemen door de mens. Anderzijds werden we de voorbije maanden nog eens heel concreet geconfronteerd met het feit dat de kwaliteit van woningen, de publieke ruimte en de nabijheid van natuur bepalend zijn voor het psychisch welbevinden en de gezondheid van de burgers.”

“Als we daaruit besluiten dat de afgelegen verkavelingswoning in het groen de oplossing is, dan bestrijden we het symptoom, maar pakken we de oorzaak niet aan en maken we die op lange termijn nog erger. We kunnen het tij keren, door ons ruimtebeslag te verkleinen en anders te gaan bouwen en wonen. Tegelijk moeten we ervoor zorgen dat eenieder toegang heeft tot betaalbaar, kwalitatief wonen in de nabijheid van goed openbaar vervoer, voorzieningen, collectieve open ruimte en natuur. Goede architectuur kan die schijnbare tegenstelling oplossen, kan meer doen met minder. Door de aandacht te vestigen op behoud en creatie van open ruimte en natuur, en met de ontwikkeling van de Bouwmeester Scan, heb ik de gemeentebesturen helpen uitzoeken hoe ze het ruimtebeslag kunnen terugdringen zonder daarbij te verliezen. Ik hoop van harte dat zij met de aanbevelingen aan de slag gaan en daarvoor ook steun krijgen van een slagkrachtige overheid.”

“Niet alles kan immers door de gemeenten en door een kwalitatief ontwerp worden opgelost. Er zijn ook belangrijke politieke knopen door te hakken. Wij helpen sociale huisvestingmaatschappijen met het ontwerpen van kwalitatieve woningen, maar als die woningen op onbereikbare locaties liggen of niet nabij werk en voorzieningen, dan kan een goed ontwerp daar weinig aan verhelpen. We kunnen gemeenten helpen kwalitatieve, verdichte woonontwikkelingen met groen te realiseren, maar als men daarvoor woonuitbreidingsgebied blijft aansnijden, dan wringt dat. Dan verlang je als Bouwmeester naar een overheid die de voorwaarden schept om die ruimteconsumptie definitief aan banden te leggen, een overheid die het ruimtebeslag binnen zijn huidige grenzen beperkt en nadien de moed heeft om te beginnen aan de krimp van onze ruimtelijke voetafdruk.”

Nieuw instrument Landpact

Het boek bevat ook een essay van Sylvie Van Damme, lector en onderzoeker landschapsontwerp aan HoGent – KASK ‘Elk project is een openruimteproject. Pleidooi voor een landschapsecologische aanpak’.

“Nu de betonstop op zich laat wachten en de Vlaamse overheid de hete aardappel doorschuift, nemen sommige lokale besturen het heft in handen. In toonaangevende steden en gemeenten ontwikkelen overheden samen met middenveldorganisaties en burgers voorbeeldstellende projecten die open ruimte, infrastructuur en bebouwing op een kwaliteitsvolle en evenwichtige manier met elkaar verweven. Her en der worden woonuitbreidingsgebieden geschrapt of wordt een bouwpauze ingelast. Ook worden er stedenbouwkundige visies of masterplannen ontwikkeld met het oog op de identiteit van de kernen in relatie tot stadse en dorpse open ruimtes, groene netwerken en het omliggende landschap. Zelfs waar besturen overtuigd zijn van de meerwaarde van open ruimte, landschap en groen, is het vaak niet evident om projecten ook daadwerkelijk tot een goed einde te brengen en uiteindelijk meer open ruimte te realiseren,” meent Van Damme. “De processen zijn vaak onontgonnen terrein en de instrumenten en financieringskanalen zijn onvoldoende gekend. Bovendien is de koppeling tussen de ontwikkeling van bebouwing en open ruimte vaak complex, bijvoorbeeld doordat elke opgave afzonderlijk wordt opgelost of de nodige expertise ontbreekt.”

De Vlaamse Bouwmeester, het Departement Omgeving en de Vlaamse Landmaatschappij werken daarom aan een traject voor een oproep aan publieke opdrachtgevers en ontwerpteams voor de uitwerking van openruimteprojecten. “De opzet van dit nieuwe instrument, dat ‘Landpact’ zal heten, is om aan lokale overheden proactief een concreet en kwaliteitsvol ontwikkelingsperspectief en een uitvoeringsstrategie te bieden voor het realiseren van een actuele ruimtelijke ontwerpopgave in samenhang met openruimteontwikkeling. Uitgangspunt is om door systeemdenken en een uitgesproken omgang en binding met het natuurlijke substraat, stedelijke ontwikkeling te koppelen aan de ontwikkeling van duurzame en kwalitatieve open ruimtes. De kenmerken, de kwaliteiten en het potentieel van het landschap zijn hierbij bepalend. De initiatiefnemers willen via deze aanpak specifieke projecten inhoudelijk, procesmatig en financieel ondersteunen. Waar nodig kan dit tot gevolg hebben dat de bouw- of ontwikkelingsopdracht moet worden geherdefinieerd.”

Het team Voorland, Architecture Workroom Brussels en Universiteit Hasselt werkte een procedure uit met de ambitie om een oproep voor dergelijke projecten te lanceren. “Bedoeling is om een begeleidingstraject te ontwikkelen voor lokale besturen die een concrete bouwopgave willen realiseren maar die tegelijkertijd expliciet een substantiële verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving en de werking van ecosystemen ambiëren. Dergelijke projecten zetten in op ontwerpkracht op het vlak van stedenbouw en landschapsarchitectuur. Maar daarnaast is juridische en financiële expertise onontbeerlijk om bijvoorbeeld convenanten af te sluiten tussen samenwerkende private en publieke partners zodat kwaliteitsvolle en samenhangende realisaties op het terrein versneld kunnen worden gerealiseerd. Het nieuwe instrument Landpact is in eerste instantie een bijzonder instrument gericht op een bijzonder soort van project, maar uiteindelijk, op lange termijn, zou het moeten leiden tot een attitude waarbij open ruimte en landschap in elk project volwaardig worden meegenomen. Want elk bouwproject is ook een openruimteproject.”

U kunt het volledige Bouwmeester Rapport 2016–2019 hier downloaden

Gerelateerde artikels