Tijdens de paasvakantie onderzocht de Leerstoel Zorg en Natuurlijke Leefomgeving van de Universiteit Antwerpen in welke mate mensen de natuur (meer) opzoeken tijdens coronatijd en welk effect dat heeft op hun algemene gezondheid en welbevinden. In totaal vulden 11.352 respondenten de enquête in. Veel meer mensen hebben nu tijd en trekken meer de natuur. Ze voelen zich daarna fitter, positiever, meer ontspannen, minder angstig en gelukkiger.
Bijna alle respondenten gaan tijdens de coronacrisis regelmatig de natuur in, ruim een derde zelfs meerdere keren per dag. Meer dan de helft doet dit vaker dan voor de coronacrisis. De hoofdreden daarvoor is simpel: men heeft meer tijd. De belangrijkste reden om nièt naar buiten te trekken, is dat het er te druk is. Meer dan de helft van de respondenten die de weg naar de natuur hebben gevonden, ervaart de natuur nog positiever dan voor de coronacrisis. De meeste zijn dankbaar voor het alternatief voor het binnen zitten.
De overgrote meerderheid vindt het voor de gezondheid belangrijk om de natuur in te gaan. Zeker tijdens de coronacrisis. Bijna 90% voelt zich nadat hij of zij in de natuur is geweest fitter, positiever, meer ontspannen, gelukkiger, minder angstig en minder kwetsbaar.
Voor Jan De Haes, gedeputeerde bevoegd voor Natuur, zijn deze bevindingen een extra stimulans voor een beleid dat de natuur voor iedereen beleefbaar wil maken. “We gaan samen met de Regionale Landschappen, de Bosgroepen en de groendomeinen verder investeren in nieuwe toegankelijke bossen en een gevarieerd landschap met dreven, poelen, houtkanten, boomgaarden. Zo dragen we zorg voor onze inheemse fauna en flora, maar ook voor onszelf. Eén derde van de respondenten vindt het zelfs te druk in de natuur. Dit bevestigt onze beleidskeuzes om meer beleefbare landschappen te creëren zoals bijvoorbeeld in de Antwerpse Zuidrand of in de vallei van de Kleine Nete. Ook het werkingsgebied van onze Regionale Landschappen willen we uitbreiden naar de ganse provincie.”
Welbevinden verschilt naargelang de opleidingsgraad
De grote meerderheid van respondenten, ongeveer 90%, voelt zich fysiek gezond en ongeveer 85% voelt zich mentaal gezond. We zien wel licht verschil naar opleidingsniveau: lager opgeleide respondenten voelen zich iets minder fysiek gezond en iets minder mentaal gezond dan hoger opgeleiden. Een meerderheid van de respondenten werkt nog tijdens de coronacrisis, en vooral hoger opgeleiden via telewerk. Lager opgeleiden hebben duidelijk minder de gewoonte om tijdens het werk te pauzeren in de natuur dan hoger opgeleiden. Ook valt op dat lager opgeleiden daarbuiten iets minder frequent de natuur in gaan dan hoog opgeleiden, en dat een toename van natuurbezoek tijdens de corona crisis zich bij lager opgeleiden ook wat minder voordoet. Sport- en natuurbeleving worden door lager opgeleide respondenten wat minder als reden gezien om de natuur in te trekken.
Roy Remmen, hoofd Huisartsengeneeskunde UAntwerpen wijst erop dat het opvalt dat meer kwetsbare groepen, die zich vaak veel minder gezond voelen, duidelijk minder aanwezig zijn binnen de groep van respondenten. Deze groep zal in de toekomst op andere manieren betrokken moeten worden.
Vervolgonderzoek
In deze crisis blijkt dat natuur nog belangrijker is voor de gezondheid van de Vlaming. Hoe zal dit zich ontwikkelen? Om die vraag te beantwoorden, gaat de leerstoel Zorg & Natuurlijke Leefomgeving van de UAntwerpen over een tijdje een vervolgbevraging doen. De vervolgenquête zal ook trachten om via andere kanalen meer kwetsbare groepen te bereiken om daar ook beleidsinteressante data over te verzamelen.
Uitgebreide resultaten vind je terug op www.uantwerpen.be/corona-natuuronderzoek.