

In de rubriek Groenspecialist aan het woord maak je kennis met de grote verscheidenheid aan mensen die beroepshalve actief zijn in de groensector. Deze maand geven we het woord aan Bavo Plaetsier, boomdeskundige bij Stad Gent.
Bavo Plaetsier is Pba in de Agro-biotechnologie (groenmanagement) en heeft een sterke passie voor het behoud van (erfgoed)groen, bomen en verantwoord gebruik van tuinmachines. Hij is gespecialiseerd in het onderhoud en omvorming van begraafplaatsen en ecologisch groenbeheer.
Dag Bavo, op welke manier ben je met openbaar groen bezig?
Groenbeheer is niet enkel mijn beroep, het is mijn passie. Ik ben dagelijks, ook na mijn diensturen, bezig met groen. Vaste planten, voornamelijk de inheemse, interesseren me enorm maar ik ben ook geboeid door bomen. Beroepshalve houd ik mij bezig met het beschermen van de bomen in Gent maar mijn betrokkenheid is veel ruimer. Zie ik een grote boom die niet op mijn werkgebied werd geveld dan ga ik na of die velling wel rechtmatig was. Ik begeleid aannemers die voor de stad zelf of voor derden werken en geef hen tips hoe er best wordt omgegaan met bomen en andere groenstructuren op het openbaar domein (en privédomeinen) gedurende werken van alle aard.
Hoe ervaar je zelf het belang van planten, natuur en openbaar groen in jouw eigen woon- of werkomgeving?
Groen en natuur zijn erg waardevol en bescherming is dan ook belangrijk. We moeten maximaal inzetten op het behoud van groen. Niet enkel voor de ecologische waarde, ook voor de esthetische- en de belevingswaarde. Groen in een stad is belangrijk om de inwoners te kunnen laten ontstressen. Maar ook om te kunnen omgaan met de hitte-eilanden die in urbane en suburbane gebieden vaak voelbaarder zijn. Groen helpt ook bij de noodzakelijke infiltratie van regenwater. Het zijn zaken die de laatste jaren hot topic zijn in de media en dat is geen slechte zaak voor de bewustwording. Daarnaast is er bewezen dat mensen die werken in een groene omgeving productiever zijn en minder snel uitvallen.
In welk park of groengebied in België kom je graag?
Ik heb veel favorieten (lacht). De Westerbegraafplaats in Gent vormde ik samen met mijn toenmalig team om tot een natuurvriendelijke plek. Maar ik maak ook graag een wandeling in het Zoniënwoud in Vlaams Brabant of het Vrijbroekpark in Mechelen. Dat park kenmerkt zich door wildere stukken naast een meer statische Engelse tuinstijl. De theerozen die er groeien zijn een streling voor het oog en de neus. Hoe het park onderhouden wordt, is niet in alle opzichten hoe ik het zou doen. Maar intensiever onderhouden delen en respect voor het groene erfgoed in wisselwerking met wat wildere stukken, kunnen ook een mooi voorbeeld zijn van harmonisch park- en groenbeheer.
Heb je een lievelingsboom en waarom is die voor jou bijzonder?
De Ulmus laevis of fladderiep. De soort zou minder last hebben van de iepenspintkever door een andere houtstructuur in vergelijking met de andere soorten in het genus Ulmus. De kever vindt de soort minder aantrekkelijk maar mij spreekt deze iepensoort aan door zijn majestueuze grootte en door het architecturale gekartelde blad, met de sterk asymmetrische bladvoet. De fladderiep is inheems in België. We kunnen ervan uitgaan dat de soort geassocieerd is met meer organismen dan een uitheemse boom (van fungi tot vertebrata).
Waaraan moeten ontwerpers en / of gemeentebesturen volgens jou (meer) aandacht besteden op vlak van openbaar groen?
Wanneer je een groenzone ontwerpt, informeer je dan op meerdere officiële platformen naar de aanwezigheid van nutsleidingen. Het baat niet dat er een boom wordt geplant op een plaats waar veel ondergrondse leidingen liggen. Vroeg of laat moeten deze vervangen worden of moet er extra leidingen komen omdat er bijvoorbeeld vraag is naar hogere wattage. Boombesparend werken is in zo’n situatie moeilijker dan het doordacht inplannen van bomen in een ontwerp. Ga ook voor inheemse planten, en ga niet te statisch te werk in je plantvakken. Openbaar groen ziet af door vele invloeden: passage van mensen, honden (door wenspaden) maar ook wildparkeren. Zorg er dus voor dat een bepaalde plantensoort kan overnemen als er gaten ontstaan door een zwakkere soort.
Wat kunnen mensen volgens jou zelf doen voor de natuur in hun eigen omgeving?
Plant inheemse plantensoorten aan in je eigen tuin. Die zijn niet enkel goed voor de bijen want meerdere diersoorten worden aangetrokken door inheemse planten. Een stukje gras lang laten staan en 4x per jaar afmaaien kan op termijn zorgen voor bloemrijker grasland. Dat kan ook mooi zijn in combinatie met de rest van de tuin.
Bron foto: Bavo Plaetsier op de Westerbegraafplaats. © Bavo Plaetsier