De Vlaamse overheid stimuleert steden en gemeenten om een gemeentelijk bomenplan op te stellen, om op die manier op een doeltreffender en op termijn ook duurzamer en financieel verantwoorde manier om te gaan met stads- en straatbomen. In 2009 heeft het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) een richtlijn gepubliceerd voor de opmaak van een gemeentelijk bomenplan.
Bomen zijn de meest duurzame groene elementen van de openbare ruimte. Ze dragen in sterke mate bij aan het karakter van plekken, routes en landschappen, ze hebben een belangrijke cultuur-historische, esthetische en ecologische functie, een economische waarde (woningen in een boomrijke buurt zijn doorgaans meer waard!) en ze dragen bij tot een aangenamer en gezonder woon- en leefmilieu (buffering van neerslagwater, opslag van CO2, minderen temperatuurextremen, …).
Waarom een bomenplan?
Daarom is het behoud van een kwalitatief bomenbestand belangrijk. Vaak spelen bomen echter een ondergeschikte rol en moeten ze wijken voor andere belangen wanneer de verschillende activiteiten in de (verstedelijkte) publieke ruimte – mobiliteit, recreatie, bewoning… - tegen elkaar worden afgewogen. Hierdoor raakt het voortbestaan van (volwassen) bomen in de verstedelijkte omgeving bedreigd. Denk maar aan de vele bomen die afsterven als direct of indirect gevolg van verkeersschade, door schade bij bouwwerken, het aanleggen van nutsleidingen…
Wanneer toch bomen worden aangeplant, is hun levensduur sterk beperkt door gebrekkige omgevingsfactoren – een gebrek aan bovengrondse en/of ondergrondse ruimte, onoordeelkundige toepassing van verharding, enzovoorts - een verkeerde bomenkeuze en door een gebrek aan kwalitatief beheer. De gemiddelde leeftijd van een straatboom in een verstedelijkte omgeving bedraagt vandaag nauwelijks 20 à 30 jaar. Het is nochtans belangrijk om te beseffen dat de potentiële effecten van bomen toenemen met hun grootte: in het algemeen geldt dat hoe groter de boom, hoe groter de voordelen.
Willen we nog (grote) bomen langs straten en op pleinen, dan moet vanaf de ontwerpfase rekening gehouden met de bomen en moeten alle mogelijke maatregelen worden genomen om ze maximale groei- en ontwikkelingskansen te geven. Daarnaast is er meer expertise nodig om de bomen na aanplant kwaliteitsvol te beheren. Daarvoor is een planmatig bomenbeleid en -beheer noodzakelijk.
Wat is een bomenplan?
Het bomenplan wil de cruciale plaats van bomen in de stad duidelijk maken en daar ook naar doen handelen, zowel in het ontwerp, de aanleg en het beheer van het openbare domein. Het focust zowel op het behoud van het huidige waardevolle bomenbestand als op het uitbreiden ervan. Het bomenplan is opgebouwd uit 3 onderdelen:
Inventarisatie: wat heb ik?
Voor het uitwerken van een realistisch bomenplan is het noodzakelijk te weten wat de toestand is van het actuele bomenbestand.
Bomenbeleidsplan: wat wil ik?
In het bomenbeleidsplan wordt een visie op lange termijn vastgelegd om een gevarieerd, duurzaam en kwalitatief goed en gezond bomenbestand te bekomen en te behouden. Deze doelstellingen geven antwoord op vragen zoals: Waar is er nog ruimte om nieuwe duurzame bomen aan te planten en welke randvoorwaarden zijn er om dit op een goede en toekomstgerichte manier te doen? Hoeveel en welke bomen wil ik? Daarbij wordt rekening gehouden met wensen, ontwikkelingen en ideeën die bestaan binnen de gemeente met betrekking tot o.m. stadsplanning, wegbeheer, milieubeheer, groen- en natuurbeheer enz. Deze doelstellingen worden op hun beurt vertaald in richtlijnen en maatregelen inzake uitbreiding (aanplant, soortkeuze, eindbeeld...) en behoud (beheer, bescherming bij werken, vervanging van bomen, enz.). Dit geeft ondersteuning aan zowel beleid als ontwerpers.
Bomenbeheerplan: hoe moet dat?
Het antwoord op de vraag ‘Hoe moet dat?’ vormt het beheerplan. Het beheerplan somt de maatregelen en projecten op voor de eerste 4 tot 6 jaar. Jaarlijks wordt op basis van het beheerplan een werkplan opgesteld dat een overzicht geeft van de beheerrichtlijnen en de daarbij horende inzet van mensen en middelen.
Elk onderdeel staat op zich en kan apart uitgewerkt worden, zodat de opbouw van een bomenplan stapsgewijs kan aangepakt worden.
Een zinvol en waardevol instrument
Zo’n bomenplan is dus een heel zinvol en waardevol instrument om het gemeentelijk bomenbestand in stand te houden en te verbeteren, vindt Eva Troch van het Agentschap Natuur en Bos. Tot vorig jaar konden gemeenten daarvoor ook een subsidie van ANB krijgen in het kader van de Samenwerkingsovereenkomsten. Toch blijkt uit een recente parlementaire vraag dat slechts een vijftiental steden en gemeenten tot nu toe een dergelijk plan hebben opgemaakt of eraan werken: Gent, Antwerpen, Ieper, Sint-Niklaas, Bilzen, Sint-Martens-Latem, Brasschaat, Lier, Brugge en zes gemeenten uit de regio Kortrijk (Harelbeke, Kuurne, Waregem, Wevelgem, Wervik en Zwevegem) die samen met de intercommunale Leiedal een intergemeentelijk bomenbeleidsplan hebben opgemaakt.
Momenteel werkt ANB aan een nieuw type van beheerplan voor alle bomen, niet alleen straatbomen, maar ook bomen in parken, bossen enzovoorts. Voordeel daarvan zou onder meer zijn dat gemeenten die een dergelijk beheerplan opstellen geen stedenbouwkundige vergunning meer nodig hebben om bomen te kappen.
De beste tijd om een boom te planten was 20 jaar geleden. De op een na beste tijd is NU.
Meer informatie
Agentschap voor Natuur en Bos (2009) Richtlijn voor het opstellen van een beleids- en bomenbeheerplan voor bomen.
Getuigenissen
Een goede inventaris is sleutel voor planmatig bomenbeleid
“Voor bomen is het belangrijk om op de lange termijn te kunnen werken en plannen,” zegt Jos Schenk van het boomverzorgingsbedrijf Tree Compass die momenteel als boomdeskundige voor de stad Antwerpen werkt. “Daarom is het belangrijk om een duidelijke visie over het gemeentelijk bomenbeleid op papier te zetten, die met alle gemeentelijke diensten is doorgepraat en die ook door het beleid is goedgekeurd. Zo heb je een instrument om over een langere termijn op een gestructureerde manier met bomen om te gaan, ook als er nieuwe mensen op de groendienst komen of als het politieke beleid verandert. Als er discussies zijn kan je altijd teruggrijpen naar dat bomenplan, al kan dat in de loop der jaren wel bijgestuurd worden.”
“Naast die visie – waar willen we naartoe met ons bomenbestand – is het ook belangrijk om aan te duiden hoe je die visie op het terrein zult realiseren, hoe je daarbij te werk wil gaan, op welke termijn, welke mensen en middelen daarvoor nodig zijn… Hoe meer gegevens je hebt over het bomenbestand, hoe gedetailleerder zo’n actieplan kan zijn. Een goede inventarisatie is dan ook de sleutel om een planmatig bomenbeleid op te starten. Om de inventarisatiekosten zo laag mogelijk te houden is er een systeem nodig dat een efficiënte opname en verwerking van gegevens mogelijk maakt. Ik heb zo’n ‘globale inventaris’ uitgewerkt in Lier waarbij ik per straat een aantal groepen van bomen heb beschreven. Dat gaat vrij snel en kost niet zoveel, terwijl je toch voldoende informatie krijgt.”
Dat er tot nu toe nog niet veel gemeenten een bomenplan hebben, is volgens Schenk niet zozeer te wijten aan (politieke) onwil, wel aan het feit dat gemeenten niet altijd over de nodige praktische en theoretische kennis beschikken. “Daarom pleit ik ervoor om met een soort stappenplan te werken: welke stappen zijn nodig voor een bomenplan, wat kan de gemeente zelf doen, voor welke stappen moeten ze eventueel externe hulp inroepen... Op die manier wordt het overzichtelijker en zal het ook minder kosten.”
Geïntegreerde visie op bomen is noodzakelijk
Dirk Van Dromme, hoofd van de Dienst Groen, Natuur en Landschap van Zwevegem, was nauw betrokken bij het opstellen van het intergemeentelijk bomenbeleidsplan in de regio Kortrijk. “Het was een interessante oefening om samen met collega’s van andere gemeenten een aantal grote principes op papier te zetten en die af te toetsen bij andere gemeentelijke diensten en middenveldorganisaties via bijvoorbeeld de gemeentelijke Minaraad. Zo’n plan is vooral een belangrijk instrument om bomen een rechtmatige plaats te geven in het gemeentelijk groenbeleid. Het maakt duidelijk wat we willen en hoe we die doelstellingen willen realiseren. Daarom hebben we aan het beleidsplan ook een actieplan gekoppeld waarin wordt omschreven wat er de komende jaren op het terrein moet gebeuren. In zoverre dat plan ook effectief ondersteund wordt door het politieke beleid, vergemakkelijkt dat de samenwerking tussen de groendienst en het beleid, en geeft het ons ook een houvast in onze communicatie met burgers.”
Vandromme begrijpt dat heel wat gemeenten niet staan te springen om een bomenplan op te stellen. “Vaak ontbreekt de politieke wil. Bomen staan nu eenmaal niet hoog op de politieke agenda. Als zo’n beleidsplan bovendien is opgenomen in de meerjarenplanning van een gemeente, dan moet er ook gerapporteerd worden over de vorderingen. Nogal wat gemeenten schrikken daarvan terug.” Het feit dat nu ook de subsidies zijn afgeschaft, zal het nog moeilijker maken, zo vreest hij. “Nochtans zijn dit soort plannen heel belangrijk, zoals bijvoorbeeld de recente ervaringen in Gent aantonen. Bomen planten is geen zaak van de groendienst alleen, maar moet op een geïntegreerde manier aangepakt worden, in combinatie en overleg met andere gemeentelijke diensten zoals bijvoorbeeld stedenbouw, natuurontwikkeling enzovoorts, en met de diensten van het Vlaamse Gewest, nutsbedrijven, huisvestingsmaatschappijen, projectontwikkelaars enzovoorts, eigenlijk met iedereen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is bij het openbare domein.”