De woonwijk Venning in Kortrijk is bekroond als meest duurzame sociale wijk van Europa, via een European Responsible Housing Award. In de Venning kregen 196 gezinnen een nieuwe, architecturaal hoogwaardige en passieve woning ter beschikking. Venning was ook een pilootproject voor het Europese project ECO-Life. De inspanningen worden nu beloond door Housing Europe, met een European Responsible Housing Award in de categorie ‘local social sustainability’.
De European Responsible Housing Awards belonen best practices en bevorderen kennisuitwisseling tussen huisvestingsmaatschappijen die lokale, sociale en ecologische initatieven ontwikkelen.
Van getto naar eco
Voor architectenbureau BURO II & ARCHI+I en huisvestingsmaatschappij Goedkope Woning is dit een kroon op het werk. Van bij het begin van de heropbouw van de Venning, was het de ambitie van beide partners om van de meest achtergestelde wijk van Kortrijk een leuke buurt te maken, ontdaan van zijn sociaal stigma.
Ze leggen daarbij bewust de nadruk op gezondere woningen, een rationeler en efficiënter ruimtegebruik, minder energieverbruik en weinig onderhoudskosten. In eenzelfde beweging wilden ze ook de leefbaarheid van de wijken volledig heroriënteren en zo goed mogelijk inpassen in de huidige maatschappelijke context.
Zo wordt in elke wijk gezorgd voor een aanbod van verschillende woningtypes, aangepast aan de belangrijke periodes die huurders en hun gezin in het leven doormaken. De gezamenlijke projecten, zoals de gemeenschappelijke tuin, geven de bewoners de mogelijkheid om mee verantwoordelijkheid op te nemen voor hun eigen leefomgeving, en zich sociaal te engageren in de eigen, meestal multiculturele buurt.
De jury loofde Venning Kortrijk omwille van het feit dat voor de sociale woonwijk gekozen werd voor hoogwaardige architectuur. “De CO2-neutrale appartementen doen denken aan een mediterraan vakantie-oord,” aldus de jury. “Aan het idee van ghettovorming dat voorheen rond de wijk hing, is daarmee resoluut een einde gekomen.”
Over Venning
De wijk Venning werd in 1960 gebouwd in een laag gelegen gebied aan de overzijde van het kanaal Bossuit-Kortrijk. De wijk met 163 woningen had de charme van een tuinwijk, maar dit vriendelijke beeld verhulde dat veel van die huisjes minder dan 30 m² groot waren en nauwelijks bewoonbaar. Door de beperkte oppervlakte van de huizen was de huur zeer laag en gezien de afgelegen ligging vond men in de loop der jaren steeds redenen om er de armste huurders in samen te brengen, of ook lastige bewoners met wat marginaal gedrag uit andere wijken naar hier te verhuizen. Het was ook geen prioriteit om gedurende 50 jaar veel in de gebouwen te investeren.
In 2008 bij de voorbereiding van het project waren er heel wat klachten over gebreken en ongemakken, burenruzies en vandalisme. De ambtenaren van de stad noemden het een gettowijk, die ze graag met de grond hadden gelijk gemaakt om plaats te maken voor woningen voor de middenklasse. De woningmaatschappij besliste er anders over en ging voor een ambitieus project.
Uit interviews met de bewoners, waarvan een groot aantal van hoge leeftijd en veel oorspronkelijke bewoners, was immers gebleken dat er veel enthousiasme was voor een grondige opwaardering van de wijk, zelfs als iedereen hierdoor 2 jaar tijdelijk zou moeten verhuizen. Ondanks alle klachten was de sociale cohesie zo groot dat de overgrote meerderheid (ca. 90%) beloofde om er na de werken terug te komen wonen.
ECO-life
Er werd een bouwteam samengesteld dat de ambitie formuleerde om van deze meest achtergestelde wijk van Kortrijk de meest duurzame te maken en daarbij niet alleen oog te hebben voor goede energieprestaties, ecologie en CO2-neutraliteit, maar de wijk ook volledig te transformeren tot een leuke buurt en hem te ontdoen van zijn sociaal stigma.
Van bij de start in januari 2010 werd de wijk ingedeeld in 3 zones, zodat de tijdelijke verhuis van de bewoners kon worden afgestemd op de bouw- en verbouwingswerken. Na een jaar voorbereiding waarin de plannen werden opgemaakt en de vergunningen werden afgeleverd, werden in het voorjaar van 2011 aan de kanaalzijde 34 huisjes afgebroken en vervangen door 70 nieuwe passieve appartementen en 12 kangoeroewoningen. Op 11 juni 2013 werd dit eerste deel ingehuldigd en in gebruik genomen. Intussen was ook de tweede fase met 64 nieuwe woningen al van start gegaan en in het najaar volgde ook de derde fase, met de renovatie van 50 bestaande huizen.
Vier jaar later waren alle 196 woningen in de wijk klaar voor bewoning. Begin 2016 het publieke domein nog opgewaardeerd, met de aanleg van een fiets/wandelpad dwars door de wijk en van een vernieuwd en groener Juweliersplein. Zo werd de sociale ‘gettowijk’ Venning in korte tijd getransformeerd tot de eerste CO2-neutrale wijk in Vlaanderen. Hij beschikt nu over een eigen warmtenet, dat op temperatuur wordt gebracht door een stookinstallatie die werkt op houtsnippers.
Omdat de sociale huisvesting in Vlaanderen slechts kan beschikken over een bescheiden budget en doorgedreven duurzaam bouwen extra middelen vraagt, werd met de partners van het team bij Europa een kandidatuur voor Concerto subsidies ingediend. Het project kreeg de naam ECO –Life. De wijk Venning was het eerste pilootproject.
Het maakte deel uit van het ECO-Lifeproject (2010 – 2016), een Europees subsidieproject binnen het Concerto programma. De bedoeling van het "ECO-Life project" was om een CO2-neutrale wijk te ontwikkelen in drie stedelijke gebeieden in Europa: Høje Taastrup in Denemarken, Kortrijk, en Birstonas in Litouwen.
De opwaardering van de wijk Venning heeft ca. 35 mio € gekost, waarvan de subsidies van Europa ca. 10 % vormen. Dit lijkt veel, maar dit zou moeten voldoende zijn om de komende 40 jaar goed te functioneren. De wijk groeide van 163 naar 196 woningen, waarvan veel woningen voor grote gezinnen en 21 aangepaste woningen voor rolstoelgebruikers. De diversiteit in woningtypes maakt het mogelijk om er levenslang te blijven wonen. Het globale energieverbruik is gereduceerd tot ca. 1/8 van het vroegere verbruik.