Het Vlaams Departement Omgeving heeft, samen met het team van de Vlaamse Bouwmeester en verschillende overheidsinstanties, de verschillende klimaat- en milieufactoren die aan de kust spelen, samengebracht in een handige gids: ‘Kust en Klimaat’. De gids schetst de gevolgen van klimaatverandering in het kustgebied en reikt een aantal bouwstenen aan om oplossingen te vinden.
De Vlaamse kust is een uniek gebied in Vlaanderen. Het is een toeristische trekpleister, maar de bredere kustzone die zich uitstrekt van het strand tot in de polders is ook van strategisch belang omwille van de havens en de bijhorende industrie, omwille van de vruchtbare landbouwgronden en de waardevolle natuur. Als laagst gelegen gebied van Vlaanderen is het ook erg kwetsbaar voor de klimaatverandering.
De gids legt uit welke klimaat- en milieufactoren aan de kust spelen, en houdt een pleidooi om de klimaatuitdagingen aan de kust niet fragmentair te benaderen, maar gebiedsgericht verder naar oplossingen te zoeken. Die vinden we in nieuwe samenwerkingen tussen landbouw, natuur, waterbeheer, industrie en verstedelijking.
De vele uitdagingen waarvoor de kust vandaag staat – niet alleen klimaatverandering maar ook vergrijzing, natuurbehoud, de transitie in mobiliteit en economie – vergen een geïntegreerde en gebiedsgerichte aanpak. De gids is daarom een uitnodiging aan alle sectoren en beleidsniveaus, aan middenveld en bedrijven, om samen te werken aan een wervend toekomstperspectief voor de Vlaamse kust.
De Vlaamse kust
De Vlaamse kust is de meest bebouwde en meest dichtbevolkte van Europa. Ruim 30 procent van de zone tot 10 km landinwaarts en bijna 50 procent van de strook tot 1 km van de kustlijn is bebouwd. Tegelijk is in Europa de Vlaamse kust, samen met die van Nederland, het meest kwetsbaar voor zee-overstromingen. Het grootste deel van de polders ligt lager dan het peil van een jaarlijkse stormvloed, dat is een storm die zich gemiddeld één keer per jaar voordoet (zie figuur in de bijlage).
Omdat overstromingen komende vanop zee heel wat materiële schade kunnen aanrichten en zelfs mensenlevens kunnen kosten, investeert de overheid al vele jaren in kustbeveiliging door zandsuppleties, het verhogen van dijken en kades, het plaatsen van stormmuren rond de haveninfrastructuur of door het bouwen van een stormvloedkering. Daarmee is het gevaar echter niet geweken. De zeespiegel stijgt, maar de dreiging van het water komt ook uit het binnenland. En de polders zijn kwetsbaar voor droogte en verzilting.
Stijgende zeespiegel en zandsuppleties
De stijging van de zeespiegel heeft verschillende oorzaken, met als voornaamste de stijging van de temperatuur van het zeewater (water zet immers uit wanneer de temperatuur stijgt) en het smelten van ijskappen en gletsjers. In Oostende is het gemiddelde zeeniveau in 2017 in vergelijking met 1951, gestegen met 12,9 cm. Terwijl de zeespiegel de voorbije 30 jaar met ongeveer 2 mm per jaar is gestegen, heeft de hoeveelheid natuurlijk aangevoerd zand tot een gemiddelde verhoging van de actieve zone met bijna 1 cm per jaar geleid. Daarbovenop heeft de overheid jaarlijks het strand met nog eens gemiddeld 1 cm opgespoten met zand. Die zandsuppleties vormen vandaag de belangrijkste vorm van zeewering aan de Vlaamse kust.
Met een afdoende zeewering is het overstromingsgevaar echter nog niet geweken. De dreiging van het water komt immers niet alleen van de kant van de zee, maar ook vanuit het binnenland. Door de toename van de neerslag, vooral in de wintermaanden, zal het laaggelegen gebied steeds meer water te verwerken krijgen. De polders dreigen te overstromen. In de zomers daarentegen dreigt droogte.
Droogte- en verziltingsproblemen in polders
In het kustgebied is de droogteproblematiek zeer complex. Door een tekort aan zoetwater in de polders kwelt het zoutwater uit de ondergrond naar boven, zodat het in het oppervlaktewater terecht komt. De droogte- en verziltingsproblemen zijn in de polders sterk met elkaar verbonden.
Tot voor kort vormde de verzilting van het oppervlaktewatersysteem geen acuut probleem voor de landbouw in de polders. Maar daar komt stilaan verandering in. De zomers van 2017, 2018 en 2019 luidden de alarmbel. De zomers waren uitzonderlijk droog, terwijl de winters niet nat genoeg waren om het grondwaterpeil aan te vullen. Er was onvoldoende zoetwater beschikbaar om de grachten door te spoelen. In 2018 werden in de polderwaterlopen zoutwaarden gemeten boven 4000 mg/l, wat een risico inhoudt voor de volksgezondheid en de landbouw. Het water was ondrinkbaar voor vee, ongeschikt voor irrigatie en te zout om er drinkwater van te maken. Door de klimaatverandering en toenemende droogte in de zomermaanden zal het probleem van de verzilting van het oppervlaktewatersysteem alleen nog maar toenemen.
Samenwerking
De gids 'Kust en Klimaat' focust in eerste instantie op klimaatadaptatie, maar klimaatverandering is niet de enige uitdaging die speelt aan de kust. Maatschappelijke ontwikkelingen zoals de vergrijzing en andere sociaal-demografische evoluties, de transitie in mobiliteit, transport en industrie, vragen ook aandacht. “De ruimtelijke transformatie die noodzakelijk is om het kustgebied weerbaar te maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering vormt een opportuniteit voor een geïntegreerde en gebiedsgerichte aanpak. Het vormt meteen ook een pleidooi voor samenwerking tussen alle betrokken actoren".
De volledige gids en meer info op www.topkustzone.be