Het woonuitbreidingsgebied Sint-Jansbergsesteenweg in Heverlee (Leuven) wordt een klimaatneutrale wijk met veel bos. Het bos zal het uitzicht en de identiteit van de wijk bepalen.
Het gebied ligt in Heverlee, tussen de Tervuursesteenweg, de Celestijnenlaan, de Sint-Jansbergsesteenweg en de Groeneweg. Het is een driehoekig stuk grond van ongeveer 9 hectare of ongeveer 18 voetbalvelden groot. Het moet een klmimaatneutrale wijk worden waar 400 à 450 wooneenheden komen.
Om tot een klimaatneutrale wijk te komen moet de CO2-uitstoot geminimaliseerd worden. Hiervoor wordt gewerkt op drie sporen: uitstoot door verbruik (energievraag minimaliseren, lokale hernieuwbare bronnen, …), uitstoot ingebed in de constructie (materialen, circulariteit, …) en captatie door het nieuwe bos. Om tot een regenwaterneutrale wijk te komen wordt het hellende terrein in terrassen aangelegd en voorzien van wadi’s, zodat het water tijd en plaats krijgt om ter plekke te infiltreren.
In het masterplan, uitgewerkt door het ontwerpbureau BRUT, LAMA (landschapsarchitect), DUSS (adviseur duurzaamheid en energie) en MINT (mobiliteitsdeskundige), wordt de site opgevat als een bos dat intermedieert tussen de nieuwe wijk en de bestaande omgeving. Het landschap en de bebouwing maken samen de klimaatneutrale ambities waar. “Dit innovatieve masterplan toont hoe woonverdichting in een suburbane context mogelijk is en een meerwaarde kan betekenen voor de omgeving,” aldus de ontwerpers.
Doorlopende bossfeer
Binnen de doorlopende bossfeer worden er verschillende deelruimtes met een eigen functie afgebakend, van een rustig natuurbos over een actief speelbos tot een productief voedselbos. Het centrale bos is het grootst: ongeveer 2,7 ha. In het midden komt een grote open plek waar je kan picknicken, sporten en spelen. Aan de rand van de wijk komt een voedselbos, ongeveer 1,7 hectare groot. Hier komen voornamelijk planten die eetbare vruchten hebben of zelf eetbaar zijn. Het voedselbos kan beheerd en gebruikt worden door de ruime buurt, een beetje zoals bij buurtmoestuinen. Verder komen er een speelbos met speelelementen voor kinderen en een vijver; een woonhofbos, een aaneenschakeling van kleinere publieke groene ruimtes tussen de nieuwe woonwijken; gemeenschappelijke bostuinen voor de bewoners van het aanpalende bewoners; en een natte boszone als een groene buffer tussen de nieuwe woonwijk en de woningen aan de Groeneweg, waar overtollig regenwater wordt opgevangen.
De nieuwe woongebouwen gaan zoveel mogelijk in interactie met het bos, de verharding wordt tot een minimum beperkt en zowel open ruimte als bebouwing worden op een natuurinclusieve manier uitgewerkt. De compacte bebouwing wordt geconcentreerd in twee flexibele bouwvelden, aansluitend op bestaande buren maar tegelijkertijd afstand houdend met een ruime bosstrook. De locatie en de context bepalen uiteenlopende wooncondities en potenties voor een diversiteit aan typologieën. Vijf clusters van gebouwen worden georganiseerd rond woonhoven. Collectieve functies, zoals buurtlokalen en fietsenstallingen, verlevendigen de hoven. De verschillende doelgroepen worden rondom deze hoven vermengd.
De hele wijk is autovrij. Een nieuwe bovenlokale fietsroute loopt dwars door de wijk, die zo maximaal verknoopt met zijn omgeving en het fietsnetwerk.