Het weer wordt steeds extremer. We maken meerdere hittegolven per seizoen mee. Vooral in de steden wordt het door de warmte onbehaaglijk. De komende jaren zal het hitterecord vaker worden verbroken, voorspellen meteorologen. “Meer verkoeling door groen in de stad”, wordt langzamerhand een noodkreet.
In stedelijk gebied is 40 tot 60% van de oppervlakte verhard met bebouwing, straten, pleinen en betegelde tuinen. Door die verhardingen houden steden veel warmte vast. Op warme dagen kan het in dicht bebouwde steden 5 tot 10 graden warmer zijn dan op het platteland. De klimaatscenario’s wijzen voor de nabije toekomst op een toename van het aantal warme en zeer warme avonden en nachten.
De leefbaarheid in de stad gaat hard achteruit bij hoge temperaturen. Een andere inrichting van straten en buitenruimte in de stad is de oplossing. Dat kan door het planten van bomen en struiken en gras in plaats van tegels. Groen heeft namelijk een verkoelend effect. De boomkronen geven schaduw en zorgen dat de oppervlakte minder opwarmt. Ook de lucht blijft koeler door verdamping. En gras of een beplantingsvak zorgen door infiltratie voor een goede waterhuishouding. Groenvoorzieningen zijn dus een effectieve manier om de stad leefbaar te houden op warme dagen.
Met plezier naar buiten
Hoe moet je stedelijk groen ontwerpen om het hittebestendiger te maken? Landschapsarchitect dr. ir. Wiebke Klemm promoveerde op dit thema. In haar proefschrift met de titel ‘Clever and Cool’ concludeert ze dat stadsgroen ervoor zorgt dat wij ons thermisch prettig voelen op warme dagen. Meer groen in de stad helpt het stadsklimaat te verbeteren. En dat is nodig ook. Door de klimaatverandering, wordt een hittebestendige stad steeds belangrijker bij de inrichting van de buitenruimte. Groen kan helpen de boel behaaglijk te houden.
Steeds meer gemeentes erkennen het belang van groen. De negen ontwerprichtlijnen voor straatgroen, parken en groen en de stad als geheel, die Klemm opstelde op basis van haar bevindingen, kunnen groenontwerpers en landschapsarchitecten, helpen bij de inrichting van de openbare groene ruimte. “Ontwerp een plek zo, dat mensen kunnen kiezen uit zon of schaduw. En let daarbij ook op de seizoenen. In het voorjaar en de winter willen we juist plekken met veel zon, en in de zomer meer schaduw. Mensen moeten met plezier in de buitenruimte verblijven en er gebruik van maken”, zegt Klemm.
Ontwerprichtlijnen
Klemm: “In de richtlijnen draait het vooral om het groene ontwerp. Niet alleen méér groen, maar vooral om slim en effectief groen.” Ze benadrukt het belang van een goede analyse vooraf. “Onderzoek de locatie en kijk, naast bekende thema’s als bodem en waterhuishouding, ook naar de bezonning en beschaduwing van een plek. Kijk naar de gebruikers van de locatie: Waar verblijven mensen overdag? Waar is zon nodig, waar schaduw? En hoe kan het regenwater, makkelijk en zonder overlast te veroorzaken, in de grond infiltreren? En daarnaast de ‘juiste soort op de juiste plek’ en ‘groen tenzij’.”
Klemm wijst erop dat bij het ontwerpen van inrichtingsplannen, juist óók de ondergrond meegenomen moet worden, en niet alleen de bomen van de zijkant en van bovenaf. “In een schets moeten de wortels van de bomen worden getekend, want dan krijg je een veel beter beeld van de mogelijkheden. Is er wel genoeg ruimte voor de boom, kan hij wel genoeg water opnemen en liggen er leidingen en kabels in de weg?”
Voor gemeentes heeft Klemm een tip: “Als de grond moet worden opgebroken voor nieuwe leidingen of een nieuw riool, laat dan van begin af aan ontwerpers meedenken over de herstelwerkzaamheden. Zij kunnen kansen verkennen voor extra ruimte voor groen en bomen.”
Behalve dat de stad koeler wordt, zijn de richtlijnen ook opgesteld om de stad leefbaarder en aantrekkelijker te maken.
Kijk voor meer informatie over vergroening van openbare ruimten op nl.thegreencity.eu.