Bomen langs een laan bestaan vaak uit slechts één soort die alle op hetzelfde moment en op gelijke afstand van elkaar zijn geplant. Eén boomsoort, één afstand tussen de bomen en één leeftijd. Dat is de betrouwbare formule van de klassieke laan. Dat heeft beeldbepalende en prachtige lanen opgeleverd, maar het laat in haar uniformiteit weinig ruimte voor klimaatbestendigheid, natuurvriendelijkheid en participatie. Je zou ook meer variatie kunnen nastreven. Dat biedt verschillende voordelen. Zo wordt een laanbeplanting minder kwetsbaar voor ziekten en plagen, denk aan de essentakstrefte, iepziekte of eikenprocessierups.
Maar het beeld van zo’n gemengde laanbeplanting past niet goed bij het klassieke beeld van een laan. Om aan dat bezwaar tegemoet te komen introduceren landschapsecoloog Hank Rampen en landschapsarchitect Frits Ruyten in een recent artikel in Stadswerk de 'getemde laan' waarbij je kiest voor een meer gestructureerde aanpak. De keuze voor de te gebruiken boomsoorten wordt beperkt tot een aantal soorten die vergelijkbaar zijn in groeikracht die je op een vaste afstand zou kunnen planten.
In het artikel wordt beschreven hoe je de aanplant van zo'n getemde laan aanpakt. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de Integrale Beplantingsmethode Ruyten (IBR) die is ontwikkeld door Frits Ruyten. Die beplantingsmethode is bedoeld om al snel na de aanleg van een beplanting te komen tot een meer natuurlijke bosstructuur. Daarbij wordt al in de ontwerpfase rekening gehouden met de verschillen in groeisnelheid, de volwassen kroonvorm en omvang van de toe te passen boomsoorten. Daarvoor plant je verschillende soorten op afstanden die overeenkomen met de doorsnede van de volgroeide boom of struiksoort. Die methode is twintig jaar geleden al met succes toegepast bij de aanleg van het Prins Bernhard bos bij Hoofddorp. Het artikel maakt duidelijk dat je die IBR-methodiek ook kunt toepassen op lanen.
IBR-methodiek
In het artikel worden twee soorten IBR-lanen beschreven. De regelmatige IBR-laan kent alleen variatie in soorten. De onderlinge plantafstand blijft gelijk. De onregelmatige IBR-laan kent meer variatie in soorten en plantafstanden. Inmiddels zijn beide typen laanbeplantingen aangelegd langs plattelandswegen in de Achterhoek, tussen Zutphen, Lochem en Vorden. Voor de regelmatige IBR-laan zijn boomsoorten als eik, beuk, linde en Robinia gebruikt, bomen die als ze volgroeit zijn, vergelijkbaar zijn qua grootte. Bij de onregelmatige IBR-laan zijn ook berken gebruikt om de onregelmatigheid wat te benadrukken.
U kunt het artikel over 'De getemde laan' in Stadswerk hier downloaden.
Een ander artikel van Landschapsecoloog Henk Rampen ‘Meer variatie in bomen laten’ in Vakblad Groen kan u hier downloaden.
Bron: Groen Kennisnet