De Vlaamse regering zal in het kader van de Blue Deal tegen droogte onthardingsingrepen van lokale besturen en sociale huisvestingsmaatschapijen subsidiëren. Hierbij wordt een structureel budget per jaar voorzien, met een maximum per lokaal bestuur per jaar. Ook worden de 20 meest ambitieuze steden geselecteerd die voorbeeldstellend willen zijn voor het onthardings- en vergroeningsbeleid van de Vlaamse regering.
Verharding is enkel nog te verantwoorden op plaatsen waar het niet anders kan. Er zijn al heel wat inspirerende voorbeelden maar er is ook nog genoeg potentieel, zo heet het in de Blue Deal. “Het (gedeeltelijk) ‘ontharden’ van pleinen, parkings, parkeerstroken, verharde restruimten, straten, middenbermen, schoolspeelplaatsen, bedrijventerreinen en particuliere opritten en het terug open leggen van waterpartijen in de stad levert rechtstreekse, positieve effecten op. Waar verharding toch nodig blijft, kunnen in vele gevallen waterdoorlatende bestratingsmaterialen worden gebruikt of laat men het afstromende water ter plaatse infiltreren in een wadi.”
Operatie Perforatie
Om lokale besturen te stimuleren bestaande openbare ruimte te ontharden, wordt ‘Operatie Perforatie’ – een sensibiliseringsinitiatief van Infopunt Publieke Ruimte en Aquafin – omgevormd tot een mechanisme van de Vlaamse overheidwaarbij Vlaanderen tussenkomt voor onthardingsingrepen van lokale besturen. Hierbij wordt een structureel budget per jaar voorzien, met een maximum per lokaal bestuur per jaar. Om alle sociale klassen mee te laten genieten van ‘Operatie Perforatie’ kunnen ook sociale huisvestingsmaatschappijen die publiek domein beheren een beroep doen op dit mechanisme.
Op bedrijventerreinen zijn vaak grote verharde oppervlakten en dakoppervlakken aanwezig en is er dus veel potentie voor hergebruik en infiltratie van hemelwater. Om bedrijven hiertoe aan te zetten wanneer ze daartoe niet verplicht zijn, wordt een ondersteuningsregeling uitgewerkt.
20 meest ambitieuze steden
Verder bouwend op de ervaring met de twee oproepen ‘Proeftuinen ontharding’ en de opstart van het onthardingsprogramma ‘Vlaanderen breekt uit!’ in het Open Ruimte Platform, neemt de Vlaamse regering een initiatief specifiek gericht op het ontharden en vergroenen van de Vlaamse steden om de aantrekkelijkheid van ‘stedelijkheid’ in Vlaanderen terug te versterken na Corona en gebruik te maken van het moment om de transitie naar leefbare, gezonde steden met meer toegankelijk groen door te duwen (en exodus uit de steden, met bijhorende negatieve impact op ruimte inname tegen te houden).
De regering zal de 20 meest ambitieuze steden in Vlaanderen selecteren die voorbeeldstellend willen zijn voor het onthardings- en vergroeningsbeleid van de Vlaamse regering. Op weg naar genereuze steden, met ruimte voor groen, waar kinderen op straat spelen, lockdownbestendig, een duurzame omgevingskwaliteit, verhoogde ecosyteemwaarde met meer natuur en water, compacter maar ook meer geconnecteerd op vlak van een kwalitatievere publieke ruimte, groene of groenblauwe dooradering, mulifunctioneel ruimtegebruik, .... Een onthardingsscan die moet leiden tot een selectie van onthardings- en vergroeningsprojecten die vanuit meerdere invalshoeken, door een slimme koppeling van opgaven, een meerwaarde bieden voor de leefomgevingskwaliteit, vormt de basis voor de selectie van de steden.
Voor elke geselecteerde stad zal een maximum bedrag uitgetrokken worden voor de uitvoering van de werken en de procesbegeleiding. De financiële bijdrage van de desbetreffende stad dient minimaal 30% te bedragen.
Integrale water- en droogtetoets
In het kader van omgevingsvergunning wordt via een watertoets een inschatting gemaakt van de impact op de waterhuishouding. Het resultaat van de watertoets wordt als een waterparagraaf opgenomen in de vergunning of in de goedkeuring van het plan of het programma. Aangezien niet enkel wateroverlast maar ook de strijd tegen droogte en extra verharding in toenemende mate van belang is, wordt de watertoets uitgebreid naar een bredere, integrale watertoets waarbij de vergunningverlenende overheid meer informatie krijgt om ook een betere afweging te doen naar verharding/ontharding en hemelwateropvang/-buffering.
De Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) bereidt de regelgeving in die zin voor, in samenwerking met het departement Omgeving, en stelt de ‘good practices’ ter beschikking van de lokale besturen. In samenwerking met VVSG wordt een begeleidingstraject voor lokale besturen uitgewerkt, onder andere via de Atrium Lerend Netwerk. Vlaanderen investeert om de lokale besturen daarin te begeleiden en op te leiden de komende jaren.
Hemelwater- en droogteplannen
Vlaanderen gaat daarom het ambitieniveau van de hemelwaterplannen verhogen. Vanaf 2024 zal een gemeente enkel nog toegang hebben tot watergerelateerde subsidies, mits een “hemelwater- en droogteplan” werd opgemaakt dat voldoet aan dit hoger ambitieniveau. Dergelijk plan kan zowel gemaakt worden op gemeentelijk niveau als op bovengemeentelijk niveau; in het laatste geval kunnen bijvoorbeeld onderling afspraken gemaakt worden waar best welke maatregelen geïmplementeerd worden om een optimaal resultaat te bereiken.
Eind 2019 waren er slechts slechts 31 gemeenten die een basishemelwaterplan hadden voor minstens een gedeelte van hun gemeente. Daarmee is het de bedoeling dat het lokale bestuur een gedetailleerde visie uitwerkt over hoe ze hemelwater wil vasthouden en laten infiltreren aan de bron of wil gebruiken als alternatieve waterbron, het wil bergen in bufferzones of het vertraagd wil laten afvoeren via grachten. In een aantal hemelwaterplannen ligt nog steeds sterk de nadruk op het afvoeren van water. Het ambitieniveau moet sterk verhoogd worden, naar het maximaal ter plaatse houden van het hemelwater. Lokale maatregelen tegen wateroverlast en waterschaarste, kunnen tegelijk ook goede maatregelen zijn tegen het hitte-eilandeffect, kunnen een gedeelde en circulaire lokale economie met korte ketens ten goede komen, enz. Eerder dan “nog” een plan naast vele andere te worden, kan dit plan worden opgesteld in samenhang met de andere plannen, zoals lokale klimaatadaptatieplannen.
Uit de hemelwaterplannen volgen concrete projecten om de uitgewerkte visie door te vertalen op het terrein. In een aantal gevallen zijn dit niet klassieke projecten (zoals bv de aanleg van tuinstraten in Antwerpen). Deze niet klassieke projecten zijn in een aantal gevallen gebaseerd op nog niet of beperkte toegepaste technologie of oplossingsmogelijkheden (in Vlaanderen). Het gaat bijvoorbeeld over het inzetten van nature-based solutions bij de aanleg van riolering en bufferbekkens en passen daardoor moeilijk binnen de klassieke financieringskanalen van het subsidiebesluit of het lokaal pact. Het doel is om een subsidiemechanisme uit te werken voor het financieren van dergelijke projecten, met als doelgroep gemeenten en rioolbeheerders.
Om particulieren te stimuleren om ook bij bestaande gebouwen en verharding in te zetten op hergebruik en infiltratie van hemelwater, wordt een ondersteuningsregeling uitgewerkt.