arrowhead-leftarrow-ios-forwardarrow-forwardcalendarbookmarkpricetagsclockcloseFacebook-colorpersonFacebook-colorprintergridhomeinfoFacebook-colormenulockemailsmartphonephonephonepinpinflip-2searchflip-2Facebook-colorcloud-uploadpersonpersonFacebook-colorglobe-2
Overslaan en naar de inhoud gaan

Wie wint de Prijs Publieke Ruimte?

7 min. leestijd
Wie wint de Prijs Publieke Ruimte?

De uitreiking van de jaarlijkse Prijs Publieke Ruimte is traditioneel de apotheose van het Congres Publieke Ruimte op 17 maart 2020 in Gent. Een onafhankelijke vakjury heeft vijf projecten genomineerd voor de prijs.

1. Tramlijn 9, Jette, Brussel en Ganshoren

De nieuwe tramlijn 9 verbindt het centrum van de stad Brussel met het noorden van het Brussels Gewest en het UZ Brussel. Ze kruist verschillende wijken. De tramlijn is de hefboom geworden voor het opwaarderen van de volledige publieke ruimte, van de lanen en aansluitende pleinen in die buurten. Een gedetailleerde impactstudie bepaalde naast het tracé van de tramlijn ook de meest geschikte locaties van de haltes. Er zijn niet enkel haltes gecreëerd maar echte ontmoetingsplekken voor de buurt. De infrastructuuras werd een opportuniteit om een globale meerwaarde te genereren voor de wijken, via een aanleg van gevel tot gevel.  

Bijzondere aandacht ging naar het groene karakter en een zo natuurlijk mogelijke waterhuishouding van de tramlijn en de lanen. De laanbomen vormen een groen lint en begeleiden de tram langsheen zijn parcours. De platanen op de 19de-eeuws Jetselaan werden gevrijwaard, een belangrijke verzuchting van de buurtbewoners. Tegelijkertijd zijn ter hoogte van de verschillende squares en pleinen plateaus aangelegd om de verkeerssnelheid te verlagen. De talrijke groene en verkeersveilige squares in de buurt van het tramtracé kunnen heropleven en weer fungeren als ontmoetingsplekken voor de wijk en als speelterrein voor de kinderen. Het inrichten als groene ruimte versterkt het landschappelijke karakter van de gemeente.   

Voor de ontwikkeling van de Spiegelpleinomgeving werd een constructieve dialoog opgezet tussen de overheden en de wijk. Voor de vertegenwoordigers van verschillende buurtgroepen, handelaars en marktkramers werden regelmatig participatiebijeenkomsten georganiseerd. Deze cocreatieve workshops hebben bijgedragen aan de verfijning van het project en aan het maken van gegronde keuzes die rekening houden met de bezorgdheden van omwonenden en gebruikers van het plein. De aanleg van een ondergrondse parking maakte het mogelijk om het gebruik en de beleving van het Spiegelplein sterk te verbeteren. De zondagsmarkt was sterk bepalend voor het ontwerp van het plein. Toch is er ruimte voor groen. Bomen zijn zo ingeplant dat ze de organisatie van de markt niet belemmeren. Aan de zuidkant van het plein verbindt een snoer van bomen de kerk met de Theodorstraat. In deze zone zijn er naast het toegangspaviljoen van de ondergrondse parking ook zitbanken, verlichtingsmasten en fietsenbeugels. De noordkant heeft een fontein met spuitkoppen, die op marktdagen en bij evenementen uitgeschakeld wordt. De grote ronde zitbanken zijn bakens in deze open ruimte en fungeren als rustpunten, zowel op marktdagen als doorheen de week. De ondergrondse parking is meer dan een louter functionele bergruimte voor auto’s, hij is als een deel van de publieke ruimte ingericht. Een zorgvuldig ingeplante, open hoofdcirculatiekoker zorgt voor een interessante relatie tussen boven– en ondergrond. Hij zorgt naast bereikbaarheid ook voor leesbaarheid en laat het natuurlijke licht binnen in de ondergrondse publieke ruimte. 

Opdrachtgever / bouwheer:

Mobiel Brussel – Gewestelijke Overheidsdienst Brussel

Ontwerp:

MULTIPLE architecture & urbanism
www.multiple.be

TV SWECO – SumProject

www.swecobelgium.be

Hoofdaannemer uitvoering werken:

Eurovia (fase 1)
www.eurovia.com

Wegebo nv (fases 2 en 3)
www.colas.be

 

2. Rozemaaipark, Ekeren, Antwerpen

Het revitaliseren van de wijk Rozemaai ten zuiden van het centrum van Ekeren gaat niet enkel over de renovatie van de flatgebouwen en de herinrichting van de buitenruimte. Het weer openmaken van de Donkse Beek laat toe om een bijzonder landschapspark aan de woonwijk toe te voegen. Langs het park is ook een nieuw traject van de fiets-o-strade aangelegd.

Het hart van de wijk is de Donkse Beek. Tot in de jaren vijftig stroomde ze doorheen de buurt Rozemaai en bracht water vanuit Ekeren en de Oude Landen tot in de rivier Het Groot Schijn. Door een ophoging van het terrein verdween de beek echter grotendeels. Op het terrein werd nadien een sociale woonwijk gebouwd. De open ruimte bleef als braakland achter en ontwikkelde zich tot een bos met vooral populieren, wilgen en berken. De revitalisatie van de wijk overstijgt het louter renoveren van de flatgebouwen en de herinrichting van de buitenruimte. Het openleggen van de gedempte beek laat toe om een bijzonder park aan de woonwijk toe te voegen. De aansluiting op de omliggende natuurgebieden verankert Rozemaai ook in zijn omgeving. De veelzijdige programmering van het park, voor jong en oud, verbetert bovendien de sociale cohesie in de wijk en stimuleert sociaal-culturele bedrijvigheid.

Het nieuwe beekdal is de drager van het landschappelijke raamwerk. Door de oorspronkelijke beek weer zichtbaar te maken, ontstaat een logische zonering van een landschapspark met aan weerszijden twee woonbuurten. De karakteristieke ruimtelijke eigenschappen van Rozemaai zijn weer ervaarbaar en er zijn nieuwe kansen voor natuurontwikkeling, waterberging en recreatie. Een overkoepelende beeldkwaliteit creëert een herkenbare identiteit: een waterrijke en groene woonomgeving die uitnodigt tot verblijf en ontmoeting, sport en spel.

In een eerste fase is al een deel van de beek weer opengelegd, als onderdeel van een natuurpark voor de buurt. Het park ligt vlak naast het natuurreservaat de Oude Landen en vormt een perfecte uitbreiding als ecologische, recreatieve ruimte. Het openleggen van de beek zorgt voor een nieuwe dynamiek. De beek dient als buffer voor het regenwater van de gehele wijk, fungeert als koelteplek en is een biotoop voor heel wat fauna en flora. Daarnaast is ze een belangrijke open ruimte waar mensen rust vinden in een natuurlijke omgeving.

Het landschappelijke raamwerk bestaat uit vier ruimtelijke lagen. De eerste, het water, gaat uit van de karakteristieke eigenschappen van de plek: de beekvallei. De oorspronkelijke Donkse Beek wordt weer opengelegd en ze zal op termijn weer gevoed worden door haar oorspronkelijke bron. Het water is eveneens een dragende structuur voor het ontwerp. De vallei bestaat uit verschillende gradiënten en is uitermate geschikt voor waterbergende en recreatieve functies. Vanuit de wijk wordt water via grachten en wadi’s naar het beekdal afgevoerd.

De tweede laag is de groenstructuur. Het bos op Rozemaai is toegankelijker gemaakt, met respect voor voldoende natuurontwikkeling. Gebiedseigen beplanting verbindt de orthogonale structuur van de buurt met het natuurlijke beekdalpark en de omgeving. De uitgegraven grond van de beekvallei is gebruikt voor een groene uitkijkheuvel langs de A12 en een speelheuvel in het speelbos.

De paden zijn de derde laag. Wegen voor snel en langzaam verkeer, verharde straten en wandelpaden, doorgaande en recreatieve routes vormen een helder mobiliteitsnetwerk en verbinden de woonstraten met elkaar.

Ten slotte is er de recreatieve laag. Langs de beekvallei is het bos vervangen door een park met volkstuintjes, speelplekjes, picknickplaatsen, uitkijkpunten enzovoort. Hier is bovendien ruimte voor wijkfeesten en andere evenementen.

Een grote kracht van het masterplan is dat alle eigendommen (gemeente, woningstichting) op dezelfde manier worden ingericht. Alle appartementsgebouwen komen met de ‘voeten’ in het groen te staan, routes liggen tussen groene bermen en de buitenruimte vloeit als het ware tussen alle volumes door. Het gebruik van eenzelfde beplanting, meubilair, verlichting en verharding zorgt voor grote samenhang, terwijl de architectuur van de verschillende bouwvelden divers blijft.

Opdrachtgever / bouwheer:

Stad Antwerpen / Stadsontwikkeling – Publieke Ruimte
 

Ontwerp:

Stad Antwerpen Stadsontwikkeling – Publieke Ruimte

i.s.m. THV Groep Infrabo nv – Buro Lubbers bv

www.infrabo.be

www.burolubbers.nl

Hoofdaannemer

Alonco Aannemingen bvba
www.alonco.be

 

3. Een hart voor Hombeek, Mechelen

Op 3 juni 2018 werd de vernieuwde dorpskern van Hombeek feestelijk ingehuldigd. De aanleiding voor het project was de afwezigheid van een echt dorpsplein en de gefragmenteerde publieke ruimte. Er is groen dorpshart gecreëerd met verschillende tuinen die samen een groot park vormen. Bijzondere aandacht ging naar het openen van de overwelfde Leibeek en het inzetten op buffering van hemelwater.  

Het ontwerpproces voor de heraanleg van de dorpskern van Hombeek ging in juli 2015 van start met een participatietraject. De inwoners werden uitgenodigd om na te denken over een nieuwe invulling van het dorpshart. Op een denkdag konden ze aanschuiven aan werktafels om hun ideeën kenbaar te maken. In samenwerking met de heemkundige kring werden ook wandelingen georganiseerd in het dorp. De denkdag met wandeling is de inspiratiebron geweest voor het ontwerp. Geïnteresseerde burgers kregen nadien de kans om in een klankbordgroep te zetelen en via workshops verder invulling te geven aan de plannen. De resultaten werden gepresenteerd tijdens een drietal inlooptentoonstellingen. Ook de scholen waren nauw betrokken bij het traject. De uitgebreide participatie heeft geleid tot grote tevredenheid over het project.

De basis van het ontwerp is de creatie van een groen dorpshart, met verschillende tuinen die samen een groot park vormen. De kerkhoftuin, de hoevetuin met speelmogelijkheden en het autovrije dorpsplein met ruimte voor activiteiten zijn drie hoven met verschillende sferen en toch vormen ze samen één tuin, een aangename buitenruimte voor jong en oud. Op het autovrije dorpsplein krijgen zachte weggebruikers alle ruimte. Het is een plaats om te spelen en te vertoeven. De Leibeekstraat en het Sint-Maartensplein zijn autovrij en onthard en werden deel van het park. Het hele centrum is ingericht op maat van fietsers en voetgangers met nieuwe doorsteken zodat ze zich veilig en snel door het dorp kunnen verplaatsen en zodat kinderen een veilige en autoluwe route naar school kunnen nemen.

De Leibeek is weer opengelegd en vormt een onderdeel van het park. Om dat mogelijk te maken, werd de Leibeekstraat geknipt, zodat er ook minder verharding is dan vroeger. De Leibeek kent een verval en helling in de richting van de Sint-Martinusstraat. Het hoogteverschil is opgevangen door de beek in verschillende vlakken te laten aflopen. Een stuw die met grote zwerfkeien watervalletjes vormt in de waterloop vangt de niveauverschillen op. De zwerfkeien zijn ook stapstenen en een spelaanleiding. Via een brugje over de Leibeek is het plein verbonden met het park.

De Sint-Martinusstraat is ingericht als een erfgebied met kleinschalige bestrating die van gevel tot gevel loopt. Het is een éénrichtingsstraat. Een goot markeert de scheiding tussen de rijweg en de fietsers in tegenrichting. De parkeerplaatsen zijn afgebakend in kassei.

De kerk ligt in een groene kerkhoftuin, auto’s kunnen hier niet meer doorsteken. Een voorplein aan de ingang van de kerk is een ontmoetingsplek. De wandelpaden rond de kerk zijn vernieuwd. De parking aan het Sint-Maartensplein is omgevormd tot een groene parkeerpocket die beter past bij de parkaanleg. De monumentale bomen aan de voorzijde van de kerk zijn behouden en bepalen het karakter van de omgeving. Weelderige bloemenborders met vaste planten en grassen vullen de kerkhoftuin in.

Rond de hoeve is een hoevetuin aangelegd als onderdeel van het park. De slingerende wandelpaden, aangelegd in uitgewassen beton, en een boomgaard kenmerken het ontwerp. In het park wisselen bloemenweides en zones met bloembollen elkaar af. Verspreid over de hoevetuin doen levensgrote houten hoevedieren dienst als spelelementen.

De zone tussen de Leibeek en het nieuwe Cultuurhuis Leliëndal is nu een autovrij dorpsplein met een hoge belevingswaarde. Het plein staat niet op zichzelf, maar is een onderdeel van het park. De verharding van uitgewassen beton werd tot een minimum beperkt, uitzetvoegen zijn op een speelse manier aangebracht. Een hardere rand met een verlaging met zittreden zorgt ook hier voor contact  met het water. Het plein is omrand met hagen en vaste plantenborders met zitranden. De gedeeltelijke invulling van het plein met grasvlakken is handig bij grotere evenementen.

Het Stationsplein is verruimd tot een groene parking met parkeervakken uit kassei met brede grasvoegen. De rijweg werd verplaatst naar de zijde van de spoorweg. Zo kwam er plaats voor een groen woonerf met een tweesporenpad aan de zijde van de woningen. Aan de voorgevels is ruimte voor geveltuintjes. In de parkzone tussen het tweesporenpad en de parking ligt een wadi voor waterinfiltratie. Op de hoek met de Sint-Martinusstraat kwam een pleintje.

Opdrachtgever / bouwheer:

Stad Mechelen

ontwerp:

VECTRIS cvba
i.s.m. Studiebureau Jouret (uitvoering) en Common Ground (communicatie)
www.vectris.be

Hoofdaannemer

Studiebureau Jouret
www.studiebureaujouret.be

 

4. Binnengebied Schaliken, Herentals

Schaliken is een strategisch gelegen binnengebied dat aansluit bij de Grote Markt van Herentals. De heraanleg komt tegemoet aan verschillende uitdagingen van de 21ste eeuw: ontharding, strategische verbindingen voor zacht verkeer, een duurzame waterhuishouding, een kindvriendelijke inrichting en een kwalitatieve invulling van tijdelijke ruimtes. Tegelijkertijd is de geschiedenis van de plek op een hedendaagse manier weer op de voorgrond gebracht.

Het binnengebied Schaliken leunt aan tegen de Grote Markt en ligt op de as tussen markt en station. Enkele belangrijke ontwikkelingen waren er broodnodig: het opfrissen van het historische stadspark, het inpassen van een nieuw skatepark, het verbeteren van de wandelas van ‘t Loopke en het aanleggen van een tijdelijke publieke parking. Dit vroeg een geïntegreerd ontwerp waarin korte en lange termijn op elkaar werden afgestemd. De sfeer van het historische stadspark is uitgebreid naar de rest van het bouwblok tot aan de Grote Markt. Het centrale element van het binnenbouwblok is de groene open ruimte, als randvoorwaarde voor alle deelprojecten en -programma’s. Er is ingezet op het behoud van bestaande groenelementen en ontharding waar mogelijk.

‘t Loopke is van een benauwd, kronkelend paadje, opgesloten tussen achterkanten, uitgegroeid tot een sterk netwerk van paden voor wandelaars en fietsers. Deze strategische, snelle, kwalitatieve en druk gebruikte verbinding tussen de markt en het station zorgt voor levendigheid en sociale controle in het vroeger geïsoleerde binnengebied. De vele muren die het onveiligheidsgevoel in de hand werkten, zijn onderbroken, verlaagd en geactiveerd. Ze getuigen van de geschiedenis en krijgen nu een nieuwe rol. Ze zijn niet langer scheidingselementen maar zorgen voor verbinding, begeleiding en coherentie. Door er zitelementen aan te koppelen, krijgen ze een extra functie en wordt verrommeling vermeden.

Het stadspark is opgefrist en geopend naar de Belgiëlaan, met een nieuwe inkompartij en een skatepark. De vroegere smalle toegang van ’t Loopke is verbreed tot een ruime gecombineerde inkompartij voor het wandelpad en het stadspark. Ook de tweede toegang tot het stadspark is breder geworden door delen van het historische hekwerk weg te nemen. De rest van het hekwerk is opgefrist. De betonnen vijver van het stadspark is opgebroken en vervangen door een natuurlijkere aanleg met een aantal zittrappen. Wadi’s zijn geïntegreerd in de publieke ruimte, verwijzend naar de oorspronkelijke beek ‘t Loopke die doorheen het binnengebied liep. Dankzij de waterelementen kan zoveel mogelijk hemelwater op een natuurlijke wijze en ter plaatse verzameld worden en infiltreren.

Parkeren in het binnengebied kan op een tijdelijke en compacte bovengrondse parking, bereikbaar vanaf de Belgiëlaan en niet meer vanaf de Grote Markt, zodat dit verkeer uit het centrum geweerd wordt. Er is ook plaats voor de inrichting van een tijdelijke groene ontmoetingsruimte, waar net als in het vernieuwde stadspark uiteenlopende spelaanleidingen zijn ingevoegd zodat kinderen ten volle van het binnengebied kunnen genieten. De aanleg van de tijdelijke delen gebeurde zoveel mogelijk met recuperatiematerialen.

Een masterplan zet ook een duidelijk kader uit om een samenhangende nieuwe voorkant voor het park te creëren. Op lange termijn verdwijnt de bovengrondse parking in het binnengebied en kunnen de tijdelijke delen plaatsmaken voor een verdere uitbreiding van het stadspark in de richting van de Grote Markt, in een autovrije setting met een compact ondergronds parkeersysteem. Bij dit groene publieke karakter horen ook nieuwe voorkanten. Ontwerpend onderzoek en maatwerk tonen de potenties van kavels in de randen. De nieuwe ontwikkelingen zijn vooral woningen, maar op strategische plekken wordt ook ingezet op andere functies op het gelijkvloers. De bestaande functies in het binnengebied, zoals het cultuurcentrum of een hotel, worden in de verf gezet. Diverse woontypologieën, aangepast aan de bestaande context, krijgen een plaats.

Opdrachtgever / bouwheer:

Stad Herentals

ontwerp:

BRUT architecture and urban design
www.brut-web.be

LAMA landscape architects
www.lamaland.eu

Talboom Group
www.talboom.be

Hoofdaannemer

Hegrola bvba
www.hegrola.be

 

5. Scheldekaaien Sint-Andries en Zuid, Antwerpen

Het project Sint-Andries en Zuid is een belangrijk onderdeel van het masterplan Scheldekaaien dat tussen 2006 en 2010 ontwikkeld werd. Het masterplan legde de krijtlijnen vast voor de heraanleg van de Scheldekaaien, vanaf het Eilandje in het noorden van Antwerpen tot Blue Gate Antwerp in het zuiden van de stad. Het probeert twee schijnbaar tegengestelde agenda’s te verzoenen. Aan de ene kant wil het over een lengte van zeven kilometer een Stad aan de Stroom realiseren, waarbij de kaaien fungeren als nieuwe openbare ruimte voor de binnenstad die de band tussen rivier en stad in ere herstelt. Aan de andere kant wil het de richtlijnen uit het Sigmaplan volgen, die de stad moeten beschermen tegen datzelfde water door het optrekken van een nieuwe, hogere en ononderbroken waterkering. De waterkering verdeelt het kaaigebied in een droge stadszijde en een overstroombare rivierzijde. De twee zijden zijn verschillend in gebruik en materiaal. Aan de stadskant speelt een rijk palet aan verhardingen, afgewisseld met groenruimtes, in op een breed register aan kleinschalige programma’s. De natte zijde is een uitgestrekte kasseivlakte die zich genereus ten dienste stelt van tijdelijke gebruiken, als de rivier dit toelaat.

Het masterplan Scheldekaaien bakent zeven deelgebieden af. Eén is het gebied Sint-Andries en Zuid, een project dat in 2009 van start ging. Ter hoogte van de stadsdelen Sint-Andries en Zuid beschikt het binnenstedelijke weefsel over een relatief omvangrijke oppervlakte aan publieke ruimtes, dankzij de Gedempte Zuiderdokken waar een park van bijna tien hectare wordt gerealiseerd. Hierdoor kan het aanvullende aanbod aan stedelijke publieke voorzieningen op de kaaien zelf beperkt worden en kan een relatief groot percentage van de kaaioppervlakte worden vrijgegeven aan de overstroombare natte zijde van de waterkering.

Aan de stadszijde, de droge zijde, is een lineair park gerealiseerd, met de waterkering als een groene zachte helling met bomen en informele verblijfsplekken. De meest noordelijk zone nodigt op een relatief ongedwongen manier uit tot informeel gebruik en verblijf. De centrale zone biedt met haar eerder minerale, verharde inrichting de mogelijkheid voor het organiseren van meer intense stedelijke programma’s en activiteiten zoals markten en tentoonstellingen. Het meest zuidelijke deel geeft ruimte aan een fitnesszone, een speeltuin, een hondenloopzone, en de was- en overslagplaats voor veegwagens van de stadsdiensten die deze nieuwe openbare ruimte en een deel van de binnenstad moeten bedienen.

In tegenstelling tot de stadszijde zal de rivierzijde enkel tijdelijke activiteiten toelaten. De kaaivlakte is hier een uitwaaiplek voor de stad, waar niets moet en alles kan. Ze is een weidse leegte, een uniek stedelijk landschap met expliciete verwijzingen naar de historische haven. Zo zijn de kasseien hergebruikt als verhardingsmateriaal, zijn de havenkraansporen geïntegreerd en zijn de aanmeermogelijkheden voor grote zeeschepen behouden. De rivierzijde zal plaats bieden aan een brede waaier van tijdelijke invullingen, van sportieve evenementen over concerten tot openluchtfilms. Ook hier is het centrale gedeelte, ter hoogte van de Zuidersluis, de plek die een groot aantal activiteiten kan ontvangen. Hier helt het kaaivlak namelijk zacht in de richting van het water en is zo één van de zeldzame plaatsen op de Scheldekaaien waar de rivier tastbaar bij de publieke ruimte wordt gebracht. De helling geeft een vlot contact met het water in de vorm van een stedelijk ‘strand’ met zuidoriëntatie en prachtige zichten over de bocht van de Schelde.

 

Opdrachtgever / bouwheer:

AG VESPA
www.agvespa.be

De Vlaamse Waterweg nv
www.vlaamsewaterweg.be

Water-Link i.s.m. Aquafin
www.water-link.be

Ontwerp:

PROAP – Estudos e Projectos de Arquitectura Paisagista, Lda
www.proap.pt

WIT architecten
www.wit.eu

Sweco Belgium nv (studiebureau publieke ruimte)
info@swecobelgium.be

THV SBE – Tractebel (studiebureau waterkering)

Hoofdaannemer

THV Artes Roegiers – Artes Depret – Stadsbader

Gerelateerde artikels