Overslaan en naar de inhoud gaan

Ecologisch herstel van de Zwalm

3 min. leestijd
Rond drie van de vier watermolens kwam een doorgang voor vismigratie. © VMM

De Zwalm is een snelstromende waterloop in de Vlaamse Ardennen. Ze werd doorheen de tijd sterk aangepast door o.a. de bouw van een groot aantal watermolens en lokale rechttrekkingen, maar het natuurlijke karakter van de waterloop bleef goed bewaard. Vooral in een paar bovenlopen in Brakel zwemmen populaties van enkele zeldzame vissoorten zoals rivierdonderpad, beekforel en beekprik.

Visdoorgangen

Begin de jaren 2000 nam de VMM, met de aanleg van een aantal gecontroleerde overstromingsgebieden, de eerste maatregelen voor een verdere opwaardering van de ecologische kwaliteit van de waterloop.

Door de watermolens en later gebouwde automatische stuwconstructies konden de vissen de beek niet meer op, waardoor hun leefgebied sterk versnipperd was. We lieten visdoorgangen aanleggen rond drie van de vier watermolens op het afwaartse traject van de Zwalm. Daardoor konden vissen in een groter deel van de Zwalm rondzwemmen.

Onderzoek van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek toonde aan dat de visdoorgang aan de Biestmolen belangrijk was. Tijdens een monitoringsperiode van 3 maanden zwommen 1100 vissen stroomopwaarts door de visnevengeul. 22 verschillende soorten, waaronder enkele zeldzamere soorten als de rivierprik en bittervoorn, gebruikten de visdoorgang.

Laatste vismigratieknelpunt

Op de aanpak van het laatste vismigratieknelpunt op de Zwalm 1e categorie (aan de Zwalmmolen in Munkzwalm), was het langer wachten. Door het grote hoogteverschil (ongeveer 3 meter) en de beperkte ruimte was de oplossing technisch niet evident. In 2022 liet de VMM er een visnevengeul van 850 m aanleggen, waarbij vooral een bestaande zijbeek gebruikt werd.

Daarvoor moest eerst op twee plaatsen een persleiding van Aquafin verdiept worden. Plaatselijk, waar de helling in de beek te groot was, kwamen natuurtechnische oplossingen. Op één zone werden een aantal drempels gebouwd.

Op een tweede zone werd op de bodem een laag ruwe breuksteen gelegd die de snelheid van het water afremt. Door de sanering van dit laatste vismigratieknelpunt op de Zwalm is vrije vismigratie over het volledige traject nu een feit.

Zo is het grootste deel van de Zwalm bereikbaar voor optrekkende vissen. Dit biedt ook kansen voor soorten als de serpeling, beekforel, kwabaal en kopvoorn, allemaal typische beekvissen die een snelstromende waterloop nodig hebben en de voorbije jaren weer in deze waterloop geïntroduceerd werden.

Meer beleving, minder pesticiden

De VMM pakte ook de structuurkwaliteit van deze waterloop aan. Voor het meest afwaartse gedeelte van de Zwalm lieten we een natuurlijke oeverzone inrichten langs beide zijden van de waterloop. Over een lengte van bijna twee kilometer paalden de intensieve land- en tuinbouwgronden tot voor kort rechtstreeks aan de beek. Dat zorgde voor zware erosie van de oevers en insijpeling van meststoffen en pesticiden.

Door de aanleg van een grazige buffer langs beide kanten van de waterloop wordt deze insijpeling van nutriënten, pesticiden en sediment voorkomen. De oeverzone wordt gemaaid en/of begraasd met schapen. Op een aantal trajecten werd een wandelpad en een aantal hengelplaatsen aangelegd, wat zorgt voor een betere beleving rond de waterloop.

 

Bron tekst: persbericht VMM

Bron foto: Rond drie van de vier watermolens kwam een doorgang voor vismigratie. © VMM

Gerelateerde artikels